- 2 -
wordt aangetoond en dat in het industriegebied Hemrik alleen dergelijke
bouwwerken zullen worden toegestaan indien deze nodig zijn voor de uit
voering van werken, door hem wordt onderschreven;
dat aangezien appellant het aspect van de tijdelijke behoefte
niet in het geding heeft gebracht ten tijde van de beslissing op zijn
bouwaanvrage door Burgemeester en Wethouders, dient te worden geconsta
teerd dat het weigeringsbesluit, hetwelk is gebaseerd op de toen beken
de gegevens, terecht is genomen;
overwegende, dat in het kader van administratief beroep rekening
dient te worden gehouden met gewijzigde omstandigheden;
dat blijkens het in beroep aangevoerde de bouwaanvrage thans moet
worden beschouwd als een verzoek om een tijdelijke bouwvergunning;
dat appellant immers heeft medegedeeld, dat met het oog op de
plannen tot concentratie van zijn bedrijf op het terrein aan de Pascal-
straat nog geen inzicht bestaat omtrent de definitieve inrichting van
dat terrein, in verband waarmede moeilijk kan worden overgegaan tot
permanente bouw;
dat appellant voorts schriftelijk heeft verklaard dat hij de
Romneyloods binnen vijf jaar zal afbreken;
dat hij van oordeel is dat hiermee de tijdelijke behoefte aan de
te bouwen Romney-loods genoegzaam is aangetoond;
dat er derhalve voldoende redenen zijn om met toepassing van
artikel 14 van de Woningwet ten behoeve van de bouw van de loods vrij
stelling te verlenen van de in artikel 34 van de Bouwverordening opge
nomen welstandsbepaling;
dat op grond van artikel 49, 1e lid, onder e, van de Woningwet,
aan de bouwvergunning voor de loods een termijn-van maximaal vijf jaar
dient te worden verbonden, na het verstrijken waarvan de loods niet
langer in stand mag worden gehouden;
dat, aangezien Burgemeester en Wethouders aan dergelijke vergunnin
gen in het algemeen een termijn van 3 jaar verbinden^het redelijk is
in het onderhavige geval de instandhoudingstermijn voorshands eveneens
te bepalen op drie jaar;
gezien het advies van de Commissie van advies inzake beroep
schriften ingevolge de Bouwverordening van 3 mei 1970 (Bijlage nr. 163)
gelet op artikel 47 e.v. van de Woningwet;
BESLUI T:
I. het ingestelde beroep gegrond te verklaren;
II. met vernietiging van het besluit van Burgemeester en Wethouders van
13 november 1977» nr. B 436/77» aan Tromp B.V. voornoemd, alsnog
- onder het verlenen van vrijstelling van artikel 34 van de Bouw
verordening - bouwvergunning te verlenen voor het plaatsen van een
Romney-loods op het eerder omschreven perceel, overeenkomstig de
bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bouwaanvrage,
onder voorwaarde, dat de juiste plaats, de fundering en riolering
wordt bepaald en uitgevoerd in overleg met en ten genoeg;en van de
directeur van het Bouw- en Woningtoezicht, Wissesdwinger 1, alhier:
de termijn na het verstrijken waarvan het gebouwde niet langer in
stand mag worden gehouden te bepalen op drie jaar na dagtekening
van dit besluit.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van
Voorzitter.
Secretaris.