- 4 - - 5 - De gemeente heeft het nog een aantal jaren geleden mogelijk gemaakt om de woningen op de riolering aan te sluiten. De woningen voorzien thans in een behoefte voor kleine gezinnen, alleenstaanden en stude rende jongeren. Renovatie van deze woningen acht de projectgroep even wel te duur. Het verdient haar inziens aanbeveling de situatie thans te laten zoals die is en deze na een aantal jaren opnieuw in ogen schouw te nemen. In dit licht bezien acht zij het toepassen van de zgn. "Instandhoudingsregeling" op deze woningen dan ook niet doelma tig. ad 4. De oudste bebouwing in "Huizum-West" bevindt zich in het meest noor- t/m 6. delijke gedeelte van dit plangebied. Een groot gedeelte van de Smidsbuurt is reeds gesaneerd. Een aantal panden direct ten oosten van de Hollanderdijk en in het noordoostelijke deel bevindt zich in een bouwtechnisch slechte staat en moet in esthetisch opzicht als schadelijk voor de omgeving worden aangemerkt. De projectgroep staat in verband hiermede een aktief saneringsbeleid voor ogen. Hiermede zal een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de ver betering van de woonomgeving. Aan het herinrichten van de straten zal in de uitvoeringsfase nader aandacht moeten worden besteed. B. Antwoordnota van de wijkvertegenwoordigers op het standpunt van de •projectgroep. De niet-ambtelijke leden van de contactgroep hebben middels een ant woordnota hun visie nader kenbaar gemaakt op de door de projectgroep ingenomen standpunten. Ten aanzien van een zestal punten is er verschil van opvatting. Deze verschillen vloeien voornamelijk voort uit het feit, dat de project groep de ontwikkeling van dit plangebied heeft bezien in het kader van Leeuwarden als geheel, terwijl de bewoners zich uitsluitend tot "Huizum-West" hebben beperkt. De zes verschilpunten zijn de volgende: a. handhaving en renovatie van de woningen ter weerszijden van de Simon de Vliegerstraat en handhaving van de bebouwing aan de Nieuwe Hollanderdijk met uitzondering van de bestaande storende bedrijven; b. vervangende nieuwbouw en/of wijkgebonden bedrijfjes op het nog onbebouwde terrein ten westen van de "Hollanderhof" en ten noorden van de Wijnhornsterstraat (nu nog spoorwegemplace ment c. handhaving van de groen- en speelvoorziening op de "Hollander hof"; d. renovatie van de woningen in het Triool;. e. het voorzien van de wijk van verzamelwegen en woonstraten, doch geen aansluitende wegen door de wijk; f. verdeling van het gebied in deelgebieden. nnmmfintaar van de projectgroep op de Antwoordnota. Bedoelde antwoordnota is verschenen nadat de projectgroep haar eindverslag had uitgebracht. Deze nota is alsnog aan de projectgroep voorgelegd voor eventueel commentaar. Door de projectgroep is te dien aanzien het volgende naar voren gebracht. ad b. Deze gronden zijn in eigendom bij de Nederlandse Spoorwegen. Van die zijde is meegedeeld, dat zij haar gronden bestemd wil zien voor vervoerswervende aktiviteiten. Alleen in dat geval kan op medewerking van deze instantie worden gerekend. Het komt de pro jectgroep voor, dat er gelet op het verloop in de huurwoningen in deze wijk geen noodzaak is tot vervangende woningbouw in het plangebied "Huizum-West". Voorts wijst zij erop, dat in deze wijk geen specifieke wijkgebonden bedrijven voorkomen, maar dat alle bedrijven zijn georiënteerd op Leeuwarden als totaliteit. De noodzaak tot vestiging van dit soort bedrijven in het onder havige gebied is daarom niet aanwezig. Voorts acht de project groep ambachtelijke en klein industriële bedrijven in zijn alge meenheid eerder strijdig met het wonen dan dienstverlenende bedrijven en/of scholen, waarbij te denken valt aan het vracht verkeer en optredend lawaai-overlast. Verder vreest de project groep, dat met het laten vallen van de vervoerswervende aktivi teiten de zuidelijke toegang tot het N.S.—station op de tocht zal komen te staan. Vervolgens vindt zij, dat de door de bewoners organisatie geprojecteerde woningen geïsoleerd zullen komen te liggen en voor een deel te dicht op het spoorwegemplacement. ad c. Hieromtrent merkt de projectgroep op, dat dit verschil van inzicht in feite terug te voeren is tot een belangenafweging. Zij vindt, dat nu naar haar oordeel de Simon de Vliegerstraat niet gerenoveerd kan worden, een centraler gelegen plaats ontstaat voor groen— en speelvoorzieningen. ad e. Wat de verkeersstruktuur betreft komt het principe van de projectgroep en bewonersorganisatie op hetzelfde neer. Beiden stellen zich op het standpunt geen doorgaand autoverkeer in de wijk toe te laten doch wel voldoende mogelijkheden te scheppen om in en uit de wijk te komen. Het nadeel van het model van de bewonersorganisatie is, dat er een volstrekt nieuwe verkeersstruktuur in het gebied moet worden ingebracht; de projectgroep heeft daarentegen aansluiting gezocht bij het huidige verkeerspatroon. ad f. Wat de gebiedsindeling en fasering betreft, merkt de project groep op, dat in een dergelijk gebied, gelet op de aanwezige financiële middelen, niet overal tegelijk uitvoering kan worden gegeven aan gewenste voorzieningen. Er zullen prioriteiten moeten worden gesteld. Gezien de aard van de problematiek is het nodig dat het noordelijk gebied het eerst ter hand wordt genomen. De bewonersorganisatie heeft bezwaren geopperd tegen de indeling in fasen. De projectgroep huldigt de idee, dat gebiedsindeling en indeling in fasen niet strijdig met elkaar behoeven te zijn. De fasering heeft immers betrekking op de uitvoering en niet op de te nemen maatregelen. De indeling in vier deelgebieden is zoals eerder gezegd onder meer gebaseerd op een analyse van aard en ouderdom van de bebouwing en op het feit, dat bij ver deling in minder dan 4 deelgebieden er onhandelbaar kaartmateriaal ontstaat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 404