Bi .1 lage IV.
Overzicht van de vragen e.d. gesteld in de informatieve raadsvergadering
van 23 januari 1978.
Vraag, opmerking e.d.
mevr. Visser-Brouwer.
1Het oostelijke deel van de zuid
tangent is weggelaten dit in
tegenstelling tot een indertijd
door de raad aanvaarde motie.
Antwoord c.q. reactie
1Voorgesteld wordt om de moge
lijkheid tot aanleg wel open te
laten.
2. De toegangsweg naar het
westelijke industrieterrein
vanaf de zuidtangent is op de
kaarten (o.m. de confrontatie-
prent fig. 4.11) niet aangegeven.
3. Wat wordt de functie van het
wegdeel van Harlingerstraatweg
ten westen van het Europaplein
als het deel van de westtangent
langs de Prieslandhal wordt
aangelegd.
4. Het is ons inziens niet reëel
om in Uw belastingdiagrammen
tegelijk met de noordtangent
ook de westtangent weg te laten
alsmede de Harlingerstraatweg
naar de stad af te sluiten. U
dwingt hiermede a.h.w. het
verkeer naar de noordelijke
ringweg waardoor m.b.t. deze
laatste weg een zeer ongunstig
verkeersbeeld ontstaat.
5. Het is niet duidelijk hoe de
noordtangent een belangrijke
functie in het stedelijk hoofd
wegennet kan vervullen ter
ontlasting van de noordelijke
rondweg omdat deze weg tussen
Troelstraweg en Vrijheidsplein
geen verbinding met de rondweg
heeft
6. De aanleg van de noordtangent
veroorzaakt:
a. een grotere mate van geluids
overlast dan wanneer dit
zelfde verkeer op de rondweg
werd toegelaten;
b. een inbreuk op de sociale
structuur van Lekkum en
Snakkerburen
c. aantasting van een uniek
stiltegebied.
2. Dat is een nalatigheid, die
inmiddels is hersteld. In de
verkeersberekening is met deze
verbinding steeds rekening
gehouden.
3. Dit gedeelte van de Harlinger
straatweg zal dan een interne
ontsluitingsfunctie voor het
westelijke stadsdeel krijgen.
4. Het weglaten van beide tangen
ten had tot doel om na te gaan
tot welke effecten in de ver
keersbelasting het niet aan
leggen zou leiden.
Het afsluiten van de Harlin
gerstraatweg leidt, zo is uit
andere belastingdiagrammen af
te leiden, niet tot een extra
ongunstig beeld op de noorde
lijke Ringweg.
5. Een nadere studie heeft uitge
wezen dat 65% van het verkeer
op dit gedeelte van de Noord
tangent zijn herkomst en/of
bestemming in Leeuwarden
heeft. Verwezen wordt boven
dien naar de desbetreffende
paragraaf van de Reactienota.
6.
a. in principe wel omdat sprei
ding van verkeer ongunstiger
is dan concentratie van ver
keer. Een en ander is echter
wel afhankelijk van aantallen
woningen en bebouwingsaf
standen;
b. een ongelijkvloerse kruising
met de noordtangent zal
hieraan tegemoet komen;
c. een zekere aantasting achten
wij onvermijdelijk maar wij
zijn van mening dat dit op
weegt tegen andere belangen.