Sub c) nieuwe voordeuren.
Met de vervanging van de oude voordeuren door nieuwe kan de Wel
standsadviescommissie zich niet verenigen. Zij ervaart de nieuwe deu
ren als een ontoelaatbare aantasting van de architektuur van de wonin
gen. De commissie voor het Woningbedrijf is echter van mening, dat de
deuren, die tot nu toe zijn geplaatst alleszins acceptabel zijn en bij
de verdere uitvoering van de renovatie kunnen worden gehandhaafd.
Niet alleen betekent het laten maken van een nieuwe deur in oorspronke
lijke stijl een aanzienlijk hogere uitgaaf, maar er zal ook vooral ge
let moeten worden op het toekomstige onderhoud (bv. schilderen) van de
deuren. Wij verwachten echter dat met het geven van een andere kleur
aan de nieuwe deuren, deels tegemoet kan worden gekomen aan de gerezen
bezwaren. Tenslotte heeft de Welstandsadviescommissie nog een opmerking
gemaakt over het feit dat als gevolg van de aanleg van centrale verwar
ming, de schoorstenen op de woningen verdwijnen. Wij merken hierover op
dat het laten vervallen van de schoorstenen noodzakelijk is omdat deze
anders, in verband met het wegbreken van de schoorsteenkanalen in de
woningen, los op het dak zouden komen te staan. Ook uit een oogpunt van
onderhoud verdient het o.i. aanbeveling deze schoorstenen te laten ver
dwijnen.
Algemeen.
Bij renovaties mag het kostenaspect niet uit het oog worden verlo
ren. De prijsonderhandelingen met het departement van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening dwingen daar bovendien toe. Wij hebben ons
steeds voorgenomen de woningen op een doelmatige wijze aan te passen
aan de huidige eisen, die aan een woning mogen worden gesteld, waarbij
het toekomstige onderhoud, gelet op de beschikbare norm, eveneens een
belangrijke rol speelt. Een restauratie vergt een duidelijk andere
werkwijze en vraagt een daaraan aangepast budget. De ministeriële uit
gangspunten voor woontechnische minimum-eisen bij woningverbetering
gaan van een eenvoudige, doelmatige aanpak uit.
Wij onderschrijven de architektonische waarde van dit complex, re
den waarom wij voornemens zijn dit complex op een lijst te doen plaat
sen van objecten, geen monumenten zijnde, waaraan bij de behandeling
van een eventuele aanvrage om een bouwvergunning bijzondere aandacht
dient te worden besteed. De adressanten duiden deze lijst aan met "lijst
van jonge monumenten".
Samenvattend zijn wij van mening, dat de bezwaren gericht tegen de
roede-verdeling in de ramen door de thans voorgestelde aanpassingen zul
len worden weggenomen. Aan de handhaving van de vogelschroten bij de
dakkapellen kan niet volledig tegemoet worden gekomen, maar in overleg
met de Welstandsadviescommissie zal door middel van verfproeven de minst
storende oplossing worden gekozen. Met betrekking tot de voordeuren me
nen wij dat, hoewel architektonisch gezien, de oorspronkelijke deuren
de voorkeur verdienen, uit kostenoverwegingen niettemin de nieuwe deu
ren gehandhaafd dienen te worden.
Wij geven U in overweging adressanten overeenkomstig het boven
staande te berichten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden.
J.S. Brandsma, Burgemeester.
W.J.G. Reumer, Secretaris.
Préadvies m.b.t. de brief van mevr. D. Rienks-Wallinga over de
verbetering van de woning Harlingerstraa. weg 69.
Bijlage no. 3^0. Leeuwarden, 17 augustus 1978.
Aan de Gemeenteraad.
Naar aanleiding van het ons in Uw vergadering van 7 augustus
j.l. om préadvies in handen gestelde schrijven van mevr. D. Rienks-
Wallinga, Harlingerstraatweg 69, alhier, delen wij U het volgende
mede.
De inhoud van die brief behelst twee punten met betrekking
tot de verbeterde woning Harlingerstraatweg 69, te weten: de venti
latie van de woonkamer en de liclfc-toetreding in die kamer.
Volgens adressante is de ventilatie-mogelijkheid op een te laag
punt aangebracht, n.l. op meer dan 50 cm uit de onderkant van de
verdiepingsvloer en heeft de woonkamer te weinig glasoppervlak. De
terzake van deze verbetering verleende bouwvergunning zou dan ook
niet voldoen san te dien aanzien sreldende voorschriften van de
Bouwverordening»
Allereerst merken wij op, dat bij de verbetering van het com
plex woningen, waarvan de door adressante bewoonde woning deel uit
maakt, uitgegaan moest worden van bestaande gegevens t.a.v. archi
tektonische vormgeving en maten. Op grond Van het bepaalde in arti
kel 267, onder b, van de Bouwverordening kunnen bij vernieuwing of
verandering van bestaande woningen zo nodig vrijstellingen worden
verleend van bepalingen, die voor nieuw te bouwen woningen algemeen
gelden, mits de bestaande toestand wordt verbeterd.
Vast staat dat de onderhavige woningen belangrijke woonaccommo-
datie-verbeteringen hebben ondergaan, welke een verbetering beteke
nen t.o.v. de oorspronkelijke toestand. Die verbetering geldt ook
voor de ingebrachte ventilatie-mogelijkheid door middel van een in-
braakvrije ventilatie-schuifeen voorziening die oorspronkelijk niet
aanwezig was. Dat deze ventilatiemogelijkheid op 75 in plaats van op
50 cm uit de onderkant van de verdiepingsvloer is aangebracht, is o.i.
mede gelet op de thans niet meer gebruikelijke vrij grote verdie
pingshoogte van 2.80 m, die in deze woning aanwezig is, alleszins ac
ceptabel.
Ten aanzien van het glas-oppervlak van de woonkamer merken wij
op, dat adressante in haar berekeningen 'te dien aanzien de nuttige
glas-oppervlakte als een onjuist uitgangspunt hanteert. In de Bouw
verordening is sprake van de vereiste raam-oppervlakte. De nuttige
raam-oppervlakte bedraagt n.l. 36.570cm2, terwijl de vereiste raam-
oppervlakte 27.856 cm2 is. In tegenstelling tot hetgeen adressante
stelt, voldoet de woning derhalve op dit punt aan de voorschriften.
Duidelijk is dan ook, dat van strijd met de bepalingen van de
Bouwverordening geen sprake is. De terzake van de verbetering van ge
noemde woning verleende bouwvergunning is terecht verleend.
Onder mededeling, dat de Commissie voor het Woningbedrijf is ge
hoord, stellen wij U voor adressante overeenkomstig het vorenstaande
te berichten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden.
J.S. Brandsma, Burgemeester.
W.J.G. Reumer, Secretaris.