- 6 - Tengevolge van deze wijzigingen zijn in de aanvankelijke uitkomsten van de exploitatie-berekeningen voor de onderscheidene deelgebieden wijzigingen opgetreden. Bij gelijkblijvende kosten voor het bouwrijpmaken moesten de opbrengsten van de bouwterreinen worden verlaagd (in geval van woningwetbouw) dan wel worden verhoogd (soms bij premiebouw en in ieder geval bij vrije sector kavels). Door zowel de negatieve als de positieve saldi van de deel-exploitatie toe te rekenen aan de totaal-exploitatie van Camminghaburen wordt bereikt, dat een evenwicht tussen lasten en baten blijft gehandhaafd, zulks overeenkomstig de oorspronkelijke opzet. Voorts zij hier opgemerkt, dat de deel-exploitaties voor zowel Deelgebied II als voor Haven-Noord een voordelig saldo te zien geven. In de toelichting daarop wordt in beide gevallen aangegeven dat deze overschotten worden ingebracht in de totaal-exploitatie. Tenslotte maalct reclamant nog twee opmerkingen: a. zolang er geen inspraakverordening is, behoort in het algemeen het college van Burgemeester en Wethouders geen uitwerkings- c.q. wijzigings bevoegdheid te worden gegeven; b. hij wil graag vernemen wanneer de bouwplannen ter visie worden gelegd in het kader van het verlenen van bouwvergunningen. ad_a.. Volgens artikel 11, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening oefenen Burgemeester en Wethouders bedoelde bevoegdheid uit zoveel mogelijk na overleg met de belanghebbenden. Volgens vaste Kroon- jurisprudentie wordt aan de wettelijke bedoeling voldaan, indien de uitwerkings- c.q. wijzigingsbevoegdheid gepaard gaat met een bezwaar schriften-procedure ah_b. In het eerdere deel van dit voorstel hebben wij reeds meegedeeld, dat in het kader van de anticipatie—procedure voor Camminghaburen de bouwplannen niet ter visie behoeven te worden gelegd. Samenvattende stellen wij U, op grond van het bovenstaande voor reclamant gedeeltelijk niet-ontvankelijk en diens bezwaarschrift voor het overige ongegrond te verklaren. In verband hiermede geven wij U in overweging met betrekking tot de ontwerp-uitwerkingsplannen "Cammingha- buren-Deelgebied II" en "Camminghaburen Haven—Noord" een besluit te nemen zoals dit hierna in ontwerp is afgedrukt. Het ontwerp-besluit nr. 13565» dat bij bijlage 353 is gevoegd is hiermede vervallen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. ten Brug loco-Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris. No. 14935. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Overwegende, dat de heer C. van der Zijl, Emmakade 91» Leeuwarden, bij brief van 18 september 1978» bij Burgemeester en Wethouders bezwaren heeft ingediend tegen de ter visie gelegde ontwerp-uitwerkingsplannen "Camminghaburen-Deelgebiedll" en "Camminghaburen Haven-Noord"; dat artikel 20 onder d punt 1van de voorschriften van het globale bestemmingsplan "Camminghaburen" bepaalt, dat de ontwerp-uitwerkingsplannen en de eventueel daartegen ingebrachte bezwaren aan de Raad worden voorgelegd; dat hij onder overneming van de motivering in het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 5 oktober 1978 (bijlage no. 353a) van oordeel is, dat de ingebrachte bezwaren tegen de ontwerp-uitwerkingsplannen deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond zijn; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14 september 1978 (bijlage no. 353); BESLUIT: I. reclamant deels niet-ontvankelijk en diens bezwaarschrift voor het overige ongegrond te verklaren; II. in te stemmen met: a. het ontwerp-uitwerkingsplan "Camminghaburen-Deelgebied II"; b. het ontwerp-uitwerkingsplan "Camminghaburen Haven-Noord". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 355