- 16 -
- 17 -
4. Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van plafonds in niet tot
bewoning bestemde gebouwen met betrekking tot:
a. het beperken van de bijdrage tot de brandvoortplanting als bedoeld in
NEN 3883, uitgave 1975;
b. de brandwerendheid, indien het verlaagde plafonds betreft waarboven
^ich leidingen, kabels, e.d. bevinden die uit veiligheidsoverwegingen
bijzondere bescherming tegen brand behoeven;
c. de weerstand tegen mechanische beschadiging.
Artikel XXXIV
Van artikel 187 worden het opschrift en de tekst vervangen door:
Brandveiligheid van daken
1. Daken, of gedeelten van daken, die gelegen zijn binnen een strook van
3 m van een buitenwand van een hoger opgaand ander gebouw, moeten een
brandwerendheid hebben, gemeten van binnen naar buiten, van ten minste
30 minuten.
Niet van toepassing is het bepaalde in dit lid op daken die aansluiten
aan buitenwanden die tot 4 n boven het dak zijn samengesteld uit onbrand
baar materiaal, mits deze buitenwanden, met inbegrip van daarin aange
brachte ramen, doorvoeren e.d., waarvan de oppervlakte meer dan 0,25 m2
bedraagt, een brandwerendheid hebben van ten minste 20 minuten.
2. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 voor licht
openingen, doorvoeren e.d. in het betrokken dakgedeelte, mits de opper
vlakte van bedoelde openingen en doorvoeren niet meer bedraagt dan 0,25 m2.
3. Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot de brandwerendheid,
gerekend van binnen naar buiten, van daken en dakconstructies van gebouwen,
indien het gebouw onmiddellijk onder het dak ruimten bevat die, naar de
aard van hun bestemming, een hoge vuurbelasting kunnen hebben en, in ver
band daarmee, de ligging van het gebouw daartoe aanleiding geeft.
Artikel XXXV
Van artikel 188 worden het opschrift en de tekst vervangen door:
Warmte-isolatie van daken van tot bewoning bestemde gebouwen
1. Daken van in tot bewoning bestemde gebouwen gelegen kamers, keukens en
badruimten, alsmede van met deze ruimten in open verbinding staande ruimten,
moeten een warmteweerstand R, als bedoeld in NEN 1068, uitgave 1964heb
ben van ten minste:
a. 1,00 m2 K/W indien de massa per oppervlakte van het dak niet meer dan
100 kg/m2 bedraagt;
b. 0,85 m2 K/W indien de massa per oppervlakte van het dak meer dan 100
kg/m2 bedraagt.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 moeten daken van andere ruimten
dan kamers, keukens en badruimten van tot bewoning bestemde gebouwen
- daken van loze kapruimten, bergzolders, garages en bergingen uit
gezonderd - een warmteweerstand R, als bedoeld in NEN 1068, uitgave
1964, hebben van ten minste 0,40 m2 K/W.
3. Indien zich onmiddellijk onder het dak een bergzolder of loze kap-
ruimte bevindt, dient de gezamenlijke warmteweerstand van het dak,
de bergzolder of loze kapruimte en de vloer van deze bergzolder of
loze kapruimte te voldoen aan de in lid 1, onderscheidenlijk lid 2,
geëiste warmteweerstand.
4. Bij de beoordeling van de in de vorige leden bedoelde warmteweerstanden
mogen plafonds en beschietingen worden meegerekend.
5. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 voor daken
xen uitbouwen als bedoeld in artikel 106, indien deze zijn voorzien
van een afscheiding van de kamer of de keuken waarvan zij een uitbouw
zijn.
Artikel XXXVI.
Van artikel 189 worden het opschrift en de tekst vervangen door:
Warmte-isolatie van daken van niet tot bewoning bestemde gebouwen.
Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot de warmte-isolatie
van daken van niet tot bewoning bestemde gebouwen, indien zich onmiddellijk
onder het dak voor het verblijf van mensen bestemde ruimten bevinden.
Artikel XXXVII.
Van artikel 191 worden het opschrift en de tekst vervangen door:
Bescherming tegen weersinvloeden door daken.
1Daken van tot bewoning bestemde gebouwen moeten afdoende bescherming
bieden tegen regen en sneeuw en voor zover het daken van besloten
ruimten betreft, ook tegen wind.
2. Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot de bescherming
tegen weersinvloeden door daken van niet tot bewoning bestemde ge
bouwen, indien zich onmiddellijk onder het dak ruimten bevinden, be
stemd voor het verblijf van mensen.
Artikel XXXVIII.
Van artikel 192, eerste lid, vervalt de niet-van-toepassingverklaring.
Artikel IXL.
Van artikel 193 worden het opschrift en de tekst vervangen door:
Brandgevaarlijkheid van dakbedekkingen.
1. Dakbedekkingen mogen niet brandgevaarlijk zijn in de zin van NEN
3882, uitgave 1975*