Artikelen XLII en XLIII.
Zie de motivering van de wijziging van artikel 77-
Bovendien ontbrak in artikel 203 de aanwijzing dat de daarin gestelde
eisen slechts betrekking hebben op beweegbare ramen.
Artikelen L t/m Lil.
Wijziging van dit artikel is wenselijk omdat de bestaande bepalingen een
algemene strekking hadden, hoewel ze in het algemeen slechts van belang
zijn voor kanalen voor natuurlijke ventilatie.
Voorts is, wat betreft de bepalingen met betrekking tot de doorsnede van
kanalen en de uitmonding bovendaks van kanalen, aangesloten bij de nieuwe
norm (NEN 1087) en de praktijkrichtlijn (NPR 1088) betreffende de venti
latie in woongebouwen. De nieuwe redactie van artikel 226, lid 2, maakt
het oude artikel 227, lid 2, onder g, overbodig.
Artikelen LV t/m LVII.
De artikelen van deze paragraaf over vuilstortkokers zijn zoveel mogelijk
aangepast aan NEN 3892 en NEN 3893 niet betrekking tot de brandveiligheid
en NEN 1087 met betrekking tot de ventilatie.
Van deze gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om de bepalingen te her
groeperen, overeenkomstig de voor de paragrafen 8 e.v. toegepaste opzet.
In afwijking van NEN 1087, die de luchthoeveelheid relateert aan het aantal
inwerp-openingen wordt ter wille van de eenvoud, voorgesteld om in artikel
232, lid 1, een vaste luchthoeveelheid te eisen die overeenkomt met de eis
die geldt voor de opslagruimte voor vuil.
Artikel LXIV.
De voorgestelde leden 2 en 3 zijn aangepast in verband met de vervanging
van de in die leden genoemde NEN-norm.
De eis in het oorspronkelijke lid 4, dat een liftmachineruimte moet zijn
geventileerd, is vervallen omdat de noodzaak van ventilatie is geregeld
in NEN 1081; het Liftinstituut ziet daarop toe. De nieuwe bepaling regelt
de wijze van ventileren, zulks ter voorkoming van rookverspreiding.
Artikel LXVI.
Zie de motivering van de wijziging van artikel 77.
Artikel LXIX.
Er bestaat behoefte om niet alleen met een herziening van normen (uitgave
van een herziene norm onder hetzelfde nummer als de oorspronkelijke)
rekening te kunnen houden, maar ook met een vervanging (uitgave van een
nieuwe norm onder een ander nummer dan de norm die daarmee wordt vervangen).
Bovendien is het gewenst om ook de uitgave van praktijkrichtlijnen in
dit artikel te betrekken.
- 7 -
Artikel LXX.
In de praktijk is de behoefte gebleken aan de nu voorgestelde vrijstellings
bepaling waardoor het mogelijk wordt om niet tot bewoning bestemde
(gedeelten van) gebouwen, zoals kantoren, pakhuizen of onder woningen
gelegen bedrijfsruimten (winkels, garages) tot woonruimte te verbouwen.
Artikel LXXIII.
Lid 1. Door het aanbrengen van een afzuigkap kan de ongewenste situatie
ontstaan dat, bij uitgeschakelde motor, nauwelijks ventilatie op natuur
lijke wijze kan plaatsvinden. In ruimten waar afvoerloze gastoestellen
zijn geplaatst kan hierdoor zelfs een gevaarlijke situatie ontstaan.
Lid 2. Door het aansluiten van individuele toestellen aan een gecombineerd
ventilatiekanaal treedt verstoring op van het bestaande ventilatiesysteem,
waardoor afgevoerde lucht uit de ene woning in een andere woning kan
worden ingeblazen.
Artikel LXXIV.
Certificaten van KOMO zijn documenten waaruit blijkt dat produkten met
een duidelijk omschreven specificatie en gemerkt met het KOMO-garantiemerk
bij aflevering geacht worden aan de genoemde specificatie te voldoen.
Omdat in het algemeen een werkelijke keuring van bouwmaterialen en bouw
elementen op de bouwplaats niet goed meer mogelijk is, moet op andere
wijze zekerheid worden verkregen dat een produkt aan de daaraan gestelde
eisen voldoet. Overlegging van een certificaat kan de daartoe nodige
informatie verschaffen, mits bij aflevering wordt nagegaan of het overge
legde certificaat betrekking heeft op het geleverde produkt en of het
produkt wordt afgeleverd zonder zichtbare gebreken.
Deze controle blijft noodzakelijk om na te gaan of de behandeling van het
produkt tijdens het vervoer van fabriek naar bouwplaats geen afbreuk heeft
gedaan aan de kwaliteit ervan. Zie voor nadere informatie de KOMO-gids.
Behalve certificaten en keuringsrapporten van KOMO kunnen ook keuringsrap
porten afgegeven door andere door burgemeester en wethouders aanvaarde
instanties als bewijs van keuring worden aangemerkt.