- 2 -
zegd, dat indien alsnog zal blijken dat aanvullende geluidwerende
voorzieningen noodzakelijk zijn, deze in overleg met de bewoners
zullen worden gerealiseerd. Wij hebben daarbij het aanbrengen van
geluidswallen c.q. schermen genoemd. Een voorkeur voor een der bei
de voorzieningen is niet uitgesproken. Hiertoe ontbrak en ontbreekt
op dit moment nog een basis, aangezien eerst in de toekomst, indien
de regelbeplanting is voltooid kan worden nagegaan of de omstandig
heden er toe nopen aanvullende geluidwerende maatregelen te nemen.
Om deze redenen achten wij het thans ongewenst op het verzoek van
de Milieuraad in te gaan omdat dan de suggestie wordt gewekt dat
er naast de regelbeplanting een geluidswal zal worden aangelegd.
Voor alle duidelijkheid is het wel gewenst de betrokken bestem
mingsbepaling van het uitwerkingsplan in die zin aan te vullen, dat
binnen deze bestemming geluidswallen mogen worden aangelegd en/of
geluidsschermen mogen worden opgericht.
In zoverre kan derhalve aan het bezwaar van de Milieuraad wor
den tegemoet gekomen.
In dit verband merken wij nog op dat de' Haad niet eerder een
voorstel zal worden gedaan tot het aanleggen van een regelbeplanting
dan nadat de goedkeuring van het globale bestemmingsplan onherroepe
lijk is geworden. Dit om te voorkomen, dat bij een Kroonuitspraak op
beroepschriften tegen het goedgekeurde bestemmingsplan wordt bepaald,
dat andere geluidwerende voorzieningendienen te worden toegepast, een
reeds aangelegde regelbeplanting geheel of ten dele moet worden ver
wijderd.
Aansluitend hierop kan worden medegedeeld, dat de Milieuraad
ons heeft meegedeeld geen beroep tegen het goedgekeurde plan te zul
len instellen, zulks gelet op de toezegging dat van gemeentewege aan
vullende geluidwerende voorzieningen zullen worden getroffen, indien
de regelbeplanting niet voldoende mocht blijken te zijn.
Met betrekking tot de opmerking van de Milieuraad, dat het hem
bevreemdt dat het uitwerkingsplan kan worden uitgevoerd, terwijl het
globale plan nog geen rechtskracht heeft verkregen, verwijzen wij IJ
naar datgene wat is gesteld aan het slot van paragraaf I van de raads-
brief (Bijlage 224).
ad b
De heer van der Zijl begint zijn bezwaarschrift met een aantal
opmerkingen betreffende het globale plan Camminghaburen en het ont
breken van bestemmingsplannen voor de oostelijke schil rond de bin
nenstad. Dse zaken zijn reeds aan de orde geweest in het kader van de
i
vaststelling van het globale plan; wij gaan hier thans aan voorbij.
In de eerste plaats maakt de heer van der Zijl bezwaar tegen de
procedure. Wij verwijzen hieromtrent naar hetgeen wij hebben gesteld
aan het slot van het commentaar op het bezwaarschrift van de Milieu
raad. Naar onze mening is de geplaatste advertentie niet onduidelijk.
Dat wij op basis van dit uitwerkingsplan via een bijzondere procedure
bouwvergunningen kunnen verlenen behoefde naar onze mening niet in de
advertentie tot uitdrukking te worden gebracht. Uiteraard zal dit
laatste bij de beantwoording van de bezwaren van reklamant worden
medegedeeld.
Het bezwaar dat geen uitgang naar de Groningerstraatweg meer zal
kunnen worden gemaakt past niet in het kader van dit uitwerkingsplan,
maar had dienen te worden ingebracht in de procedure tot vaststelling
van het globale plan. Niet onvermeld kan blijven, dat aan de in het
globale plan Camminghaburen van 1974 opgenomen ontsluiting van het
plangebied rechtstreeks op de Groningerstraatweg om verkeerstechnische
redenen goedkeuring werd onthouden. De vrees dat door de huidige
ontsluiting van Camminghaburen een te grote druk op de oostelijke schil
rond de binnenstad zal ontstaan achten wij ongegrond. De oostelijke
buitentangent zal een functie vervullen als verdeelweg om van uit
Camminghaburen richting te kiezen naar het noordelijke of zuid lijk
deel van de stad. Voor het overige is de verbinding Camminghaturen-
binnenstad voldoende aan de orde geweest in het kader van de vast
stelling van het Verkeersstructuur- en uitwerkingsplan. Naar onze
mening behoeft hierop thans niet opnieuw te worden ingegaan.
Het bezwaar dat een zone met de bestemming "geluidwerende aktivi-
teiten" ontbreekt achten wij in zoverre ongegrond, dat tot aanleg van
een regelbeplanting reeds in het kader van de vaststelling van het
globale plan is besloten, Zoals reeds bij het bezwaarschrift van de
Milieuraad is vermeld zal het uitwerkingsplan wel worden aangevuld
met een bepaling, welke duidelijk maakt dat het aanleggen van een
geluidswal en het oprichten van een geluidsscherm in de groenstrook
tussen Groningerstraatweg en bebouwing is toegestaan.
Nu de bouwgrenzen ten opzichte van de Groningerstraatweg in het
kader van het globale bestemmingsplan reeds zijn vastgesteld kunnen
deze bij een uitwerkingsplan niet opnieuw ter discussie worden gesteld.
Tengevolge van de realisering van een regelbeplanting zal de
Groningerstraatweg vanuit de wijk Camminghaburen niet zichtbaar zijn.
Ten aanzien van de opmerking van reklamant, dat het realiseren van
geluidwerende voorzieningen niet uit de algemene middelen behoort te
worden betaald merken wij het volgende op. Met het aanbrengen van een