'i
Verlenen bouwvergunning aan de heer J. de Ruiter, Mariahof, Leeuwarden
en vaststellen tegemoetkoming in de schade, die de heer De Ruiter lijdt
als gevolg van het niet verkrijgen van vergunningen.
Bijlage no. 204. Leeuwarden, 25 mei 1978.
Aan de gemeenteraad.
Op 19 december 1977 heeft U - beslissende op het beroepschrift van
de heer J. de Ruiter te Leeuwarden - beslotens
a. ten behoeve van het verlenen van een bouwvergunning voor een installa
tie voor de opslag en verkoop van petroleum en dieselolie een verklaring
van geen bezwaar als bedoeld in artikel 50» lid 8, van de woningwet
aan te vragen;
b. ons besluit tot aanhouding van de beslissing op de bouwaanvrage voor
zover deze betrekking heeft op een installatie voor de opslag en
verkoop van benzine, superbenzine en L.P.G. te handhaven;
c. vergunning ex artikel C 14 van de Algemene Politieverordening te ver
lenen ten behoeve van de onder a bedoelde installatie en ons besluit
van 8 juli 1977 tot weigering van een dergelijke vergunning voor het
overige deel van de installatie te handhaven;
d. ons college op te dragen met de heer De Ruiter in overleg te treden
over een (minnelijke) regeling op grond waarvan deze een billijke
vergoeding kan ontvangen in de schade als gevolg van het niet ver
krijgen van de vereiste bouwvergunning en A.P.V.-vergunning voor de
gehele installatie voor de opslag en aflevering van motorbrandstof
fen en deze regeling aan de Gemeenteraad ter goedkeuring voor te leggen.
Het besluit en het daarop betrekking hebbende gezamenlijke advies van
de commissies van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwveror
dening en de Algemene Politieverordening liggen voor U ter inzage.
De heer De Ruiter heeft tegen dit besluit geen beroep ingesteld.
De procedure met betrekking tot het verlenen van de bouwvergunning en de
onderhandelingen met de heer De Ruiter zijn thans zover gevorderd dat U
nadere voorstellen kunnen worden gedaan.
Bouwvergunning
Van het hierboven onder a bedoelde besluit is overeenkomstig de
betreffende procedureregels openbare kennisgeving gedaan onder mededeling
dat tegen het verlenen van bouwvergunning voor de petroleum- en diesel
olieinstallatie binnen veertien dagen bezwaren konden worden ingediend.
Bezwaren zijn niet ingekomen. Op ons verzoek van 23 januari j.l. hebben
Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit van 12 april j.l., nr. 3002,
de benodigde verklaring van geen bezwaar afgegeven.
Gelet hierop is de Gemeenteraad thans bevoegd de vereiste bouwvergunning
voor de petroleum- en dieselolieinstallatie te verlenen. Een ontwerp-
bouwvergunning voegen wij hierbij. De daarbij behorende stukken liggen
voor U ter inzage.