- 2 -
De ontwerp-bouwvergunning behoeft nog een korte toelichting.
Het is U bekend, dat de in de oorspronkelijke bouwaanvrage opgenomen
tanks met leidingen reeds zijn aangelegd. Het gaat hier om 5 ondergrondse
tanks van elk 20.000 1., t.w. 2 voor superbenzine, 1 voor normale benzine,
1 voor petroleum en 1 voor dieselolie. De tanks voor benzine zullen in
de grond blijven en door de heer De Ruiter worden gebruikt voor de opslag
van petroleum, dieselolie en huisbrandolie. Het verwijderen van die
tanks kost onevenredig veel. Bouwtechnisch behoeven voor het andere
gebruik geen eisen te worden gesteld.
Nu het verkooppunt voor benzine en L.P.G. niet zal worden gereali
seerd heeft de heer De Ruiter geen behoefte meer aan 2 pompeilanden.
Het is de bedoeling thans 1 pompeiland te maken met twee duo-pompen.
De juiste plaats daarvan zal nog nader worden bepaald. In verband hiermede
is aan de ontwerp-bouwvergunning de voorwaarde verbonden, dat de juiste
plaats van het pompeiland dient te worden bepaald in overleg met de
directeur van het Bouw- en Woningtoezicht met dien verstande, dat de af
levering van de olieproducten op eigen terrein dient te kunnen plaats
vinden.
Tegemoetkoming in de door de heer De Ruiter geleden schade.
Wij hebben met de heer De Ruiter op minnelijke basis overeenstemming
bereikt over een tegemoetkoming in de schade, welke hij lijdt tengevolge
van het van gemeentewege niet verlenen van de vergunningen ingevolge de
Woningwet en de Algemene Politieverordening voor het oprichten van een
verkoopstation voor benzine en L.P.G.
De overeengekomen tegemoetkoming bedraagt 95-950,verhoogd met
9 rente over dit bedrag te rekenen vanaf 1 mei 1977 tot de datum van
uitbetaling. Voor een specificatie van dit bedrag verwijzen wij U naar de
voor II ter inzage liggende brief van 16 mei j.l. van de heer Mr. P.J.
Agema, gemachtigde van de heer De Ruiter.
De verslagen van de gesprekken, die met de heer De Ruiter zijn
gevoerd en de overige hierop betrekking hebbende correspondentie liggen
eveneens voor U ter inzage. v
Onder mededeling, dat de Commissie voor het Grondbedrijf met dit
bedrag akkoord is gegaan stellen wij IJ voor aan de heer De Ruiter een
toegemoetkoming uit te betalen, zoals hierboven is aangegeven.
Het daartoe benodigde krediet, te stellen op 107.000,kan worden
gedekt ten laste van de post voor onvoorziene uitgaven.
Een ontwerp-besluit hebben wij hierna afgedrukt.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reurner
Secretaris.
No. B 274/77-
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
overwegende, dat Burgemeester en Wethouders bij besluit van
6 juli 1977, nr. B 274, de beslissing op het verzoek van de heer J. de
Ruiter, van der Wielenstraat 1 (thans wonende Mariahof 10) te Leeuwarden,
om bouwvergunning voor het oprichten van een installatie voor de opslag
en verkoop van motorbrandstoffen op een perceel aan Mariahof, alhier,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie P, no. 6792 (ged.), hebben
aangehouden overeenkomstig artikel 50, leden 2 en 3, van de Woningwet;
dat in zijn vergadering van 19 december 1977 op het beroepschrift
van de heer De Ruiter tegen genoemd besluit is besloten ten behoeve van
het verlenen van bouwvergunning voor bedoelde installatie, voor zover
deze betrekking heeft op de opslag en aflevering van dieselolie en
petroleum, een verklaring van geen bezwaar, als bedoeld in artikel 50,
lid 8, van de Woningwet aan te vragen;
dat die verklaring is verleend bij besluit van 12 april 1977, no.3002,
van Gedeputeerde Staten van Friesland;
dat is gebleken, dat de - volgens de oorspronkelijke bouwaanvrage -
3 tanks voor de opslag van superbenzine en normale benzine zullen worden
benut voor de opslag van dieselolie, petroleum en huisbrandolie;
dat deze tanks voor het gewijzigde gebruik bouwtechnisch geschikt
zijn;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 25 mei 1978 (bijlage no. 204);
gelet op de artikelai 47 en volgende van de Woningwet;
BESLUIT:
aan de heer J. de Ruiter voornoemd, bouwvergunning te verlenen ten
behoeve van de oprichting van een installatie voor de opslag en aflevering
van dieselolie, petroleum en huisbrandolie, een en ander overeenkomstig
de bij dit besluit behorende en alszodanig gewaarmerkte bouwtekening
en onder de volgende voorwaarden:
1de op de tekening in rood aangebrachte wijzigingen dienen in acht te
worden genomen;
2. de juiste plaats van het pompeiland met 2 duo—pompen dient te worden
bepaald in overleg met en ten genoegen van de directeur van het Bouw
en Woningtoezicht, met dien verstande, dat de aflevering van de olie
producten op eigen terrein dient te kunnen plaatsvinden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.