- 2 -
Aanwijzing parkeergelegenheden.
Artikel_2
1Met betrekking tot terreinen en weggedeelten als bedoeld in artikel
20, tweede lid, van de wet, welke op de voet van de bij deze verorde
ning behorende bijlage A zijn aangewezen voor parkeerdoeleinden, stellen
Burgemeester en Wethouders vast op welke dagen en gedurende welke uren:
a. parkeren op een parkeerterrein en op een parkeerplaats bij een par-
keermeter slechts tegen betaling van parkeergeld is toegestaan;
b. parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders slechts is toe
gestaan aan degenen aan wie een parkeervergunning als bedoeld in
deze verordening is verleend.
2. Met inachtneming van hetgeen bij deze verordening is bepaald, stellen
Burgemeester en Wethouders voor de onderscheidene parkeerterreinen en
voor de onderscheidene parkeerplaatsen bij een parkeermeter de maximaal
toegestane parkeerduur vast.
J. Beslissingen als zijn bedoeld in de voorgaande leden, worden door Burge
meester en Wethouders ter openbare kennis gebracht.
4. Indien het verkeersbelang of andere dringende omstandigheden zulks nood
zakelijk maken, zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd tijdelijk van
een in het eerste lid bedoelde beslissing afwijkende maatregelen te tref
fen.
5. Burgemeester en Wethouders dragen er zorg voor, dat op of bij de parkeer
terreinen en de parkeerplaatsen voor vergunninghouders op voor het pu
bliek duidelijke wijze worden aangegeven de voorwaarden waarop krachtens
deze verordening gelegenheid tot parkeren wordt geboden.
De aard van het parkeergeld.
Artikel_3
Onder de naam van parkeergeld wordt een recht geheven ter zake van het par
keren:
a. op een parkeerterrein;
b. op een parkeerplaats bij een parkeermeter;
c. op een parkeerplaats voor vergunninghouders.
Grondslag van het parkeergeld.
Artikel_4
De grondslag, waarnaar het parkeergeld wordt geheven, is voor het parkeren
op een parkeerterrein of een parkeerplaats bij een parkeermeter de tijds
duur gedurende welke daarop wordt geparkeerd dan wel het tijdvak waarop
het parkeerabonnement betrekking heeft en voor het parkeren op een parkeer
plaats voor vergunninghouders het tijdvak waarop de parkeervergunning be
trekking heeft.
Belastingplicht
Artikel_5
1Het parkeergeld ter zake van het parkeren op een parkeerterrein of een
parkeerplaats bij een parkeermeter wordt geheven van degene die daarop
parkeert
2. Het parkeergeld ter zake van het parkeren op een parkeerplaats voor ver
gunninghouders wordt geheven van de vergunninghouder.
- 3 -
Tariefsbepaling.
Artikel_6
Het tarief van het verschuldigde parkeergeld wordt aangewezen in de bij
deze verordening behorende bijlage A.
Wi.ize van heffing, betaling en tijdstip van verschuldigdheid.
Artikel_7
1. Het in artikel 5, eerste lid, bedoelde parkeergeld wordt voldaan op de
wijze en op het tijdstip als is aangegeven op de op het parkeerterrein
geplaatste parkeermeter of parkeerautomaat, of wel op de wijze en op het
tijdstip als is aangegeven op de bij het in gebruik genomen weggedeelte
geplaatste parkeermeter of wel, indien het betreft een parkeerabonnement
als bedoeld in artikel 10, vóór het begin van het tijdvak waarop dit
abonnement betrekking heeft, tot het gevorderde bedrag dat blijkens een
gedagtekende nota verschuldigd is.
2. Het in artikel 5, tweede lid, bedoelde parkeergeld wordt voldaan vóór
het begin van het tijdvak waarop de parkeervergunning betrekking heeft,
tot het gevorderde bedrag dat blijkens een gedagtekende nota verschul
digd is.
Artikel_8
Indien voor een parkeerabonnement of een parkeervergunning parkeergeld is
voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalendermaand en dat parkeer
abonnement of die parkeervergunning vóór het verstrijken van dat tijdvak
wordt ingetrokken dan wel van rechtswege vervalt, wordt op verzoek en onder
overlegging van het bewijs als bedoeld in artikel 21 onder a, respectieve
lijk artikel 22, eerste lid, onder b, ontheffing van parkeergeld verleend
over het aantal nog niet ingetreden volle kalendermaanden van dat tijdvak.
De in de vorige volzin bedoelde ontheffing wordt niet eerder verleend dan
nadat de beschikking van Burgemeester en Wethouders, waarbij het parkeer-^
abonnement of de parkeervergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is
geworden.
Artikel_9
Indien een abonnementhouder of een vergunninghouder die parkeergeld heeft
voldaan voor zijn parkeerabonnement dan wel parkeervergunning over een tijd
vak van langer dan één kalendermaand, als gevolg van door of met medewer
king van het gemeentebestuur getroffen maatregelen, andere dan die bedoeld
in artikel 8, aannemelijk maakt dat hij gedurende één of meer in dat tijd
vak vallende kalendermaanden niet kan parkeren op een parkeerterrein of
een parkeerplaats waarop zijn parkeerabonnement of parkeervergunning be
trekking heeft, wordt op verzoek ontheffing van parkeergeld verleend over
het aantal volle kalendermaanden, gedurende welke de abonnementhouder of
de vergunninghouder niet heeft kunnen parkeren.
Parkeerabonnement
Artikel_10
1. Burgemeester en Wethouders kunnen een parkeerabonnement op daartoe strek
kende schriftelijke aanvraag verlenen aan:
a. de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die woont in een gebied
dat op zonekaart A met een rode, oranje of gele kleur is aangegeven;