- 6 -
4. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en houdt in:
a. de naam en het adres in Nederland van degene die het beroep instelt;
b. de gronden van het beroep.
5. De overeenkomstig de artikelen A14 en A15 van de Algemene Politiever
ordening ingestelde commissie brengt aan de Gemeenteraad advies uit
over de op het beroepschrift te nemen beslissing. De commissie handelt
met betrekking tot het beroepschrift overeenkomstig hetgeen daaromtrent
is bepaald in artikel A16 van die verordening.
6. De Gemeenteraad beslist binnen drie maanden na de dag waarop het beroep
schrift is ontvangen. Hij kan deze termijn met ten hoogste twee maanden
verlengen. Zijn beslissing is met redenen omkleed.
7. Van de beslissing wordt terstond een afschrift gezonden aan degene die
het beroep heeft ingesteld.
8. Een ingesteld beroepschrift tegen een beschikking als is bedoeld in het
eerste lid, letter b, schort de in artikel 16, tweede lid, bedoelde
datum van inwerkingtreding niet op.
Artikel 18
Burgemeester en Wethouders doen op een door een abonnement- of een vergun
ninghouder ingediend bezwaarschrift als bedoeld in artikel 23 van de Alge
mene wet inzake rijksbelastingen eerst uitspraak, nadat is komen vast te
staan dat geen feiten en omstandigheden in geding zijn, welke tevens van
belang zijn voor de beslissing van de Raad met betrekking tot een door die
abonnement- of die vergunninghouder bij hem op grond van deze verordening
ingesteld beroep, dan wel, voor zover zulks wel het geval is, die beslis
sing onherroepelijk is geworden. Ingeval in het bezwaarschrift de in de vorige
volzin bedoelde zelfde feiten en omstandigheden in geding zijn, nemen
Burgemeester en Wethouders ten aanzien daarvan geen beslissing welke af
wijkt van de te dien aanzien door de Raad genomen beslissing.
Verbodsbepalingen.
Artikel 19
1. Het is verboden op een parkeerterrein enig voorwerp, niet zijnde een
motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan.
2. Het verbod geldt niet in de gevallen waarin artikel 19, eerste lid,
dan wel artikel 83, aanhef en onder h, van het Reglement verkeersregels
en verkeerstekens toepasselijk is.
3. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in het eerste lid.
Artikel_20
Het is verboden:
a. gedurende de tijden waarin parkeren op een parkeerplaats bij een parkeer-
meter slechts tegen betaling van parkeergeld is toegestaan, op die par
keerplaats een motorvoertuig te parkeren:
1. indien de parkeermeter niet in werking is gesteld of niet onmiddel
lijk na aanvang van het parkeren in werking wordt gesteld;
2. indien de parkeermeter aangeeft dat de parkeertermijn verstreken is;
3. indien op die parkeerplaats reeds een motorvoertuig staat geparkeerd;
4. in strijd met enige in de kennisgeving op de parkeermeter gegeven
aanwijzing;
b. een parkeermeter in werking te stellen op andere wijze of met andere
middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving
op de parkeermeter staan aangegeven;
- 7 -
c. een parkeermeter in werking te stellen op een tijdstip dat niet samen
valt met of onmiddellijk volgt op de aanvang van het parkeren;
d. een fiets, bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of
bij een parkeermeter te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een
normaal gebruik van die meter wordt belemmerd of verhinderd.
Artikel 21
Het is de abonnementhouder verboden op een parkeerterrein waarop het hem
verleende abonnement betrekking heeft te parkeren:
a. indien het motorvoertuig niet is voorzien van een duidelijk zichtbaar
bewijs, dat het parkeren op dit parkeerterrein krachtens parkeerabonne-
ment is toegestaan;
b. in strijd met de aan het parkeerabonnement verbonden voorschriften.
Artikel 22
1Het is verboden op een parkeerplaats voor vergunninghouders op de dagen
waarop en de uren gedurende welke parkeren daarop slechts is toegestaan
aan houders van een parkeervergunning, te parkeren:
a. zonder parkeervergunning;
b. zonder dat het motorvoertuig is voorzien van een duidelijk zichtbaar
bewijs dat het parkeren op die parkeerplaats krachtens vergunning
is toegestaan;
c. in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorschriften.
2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het
bepaalde in het eerste lid.
Straf- en slotbepalingen.
Artikel_23
Op overtreding van de artikelen 19eerste lid, 20, aanhef en letters b, c
en d, 21 en 22, eerste lid, wordt een geldboete gesteld van ten hoogste
drie honderd gulden.
Artikel_24
1. Burgemeester en Wethouders zijn gemachtigd het verlenen, weigeren, wij
zigen en intrekken van parkeerabonnementen en parkeervergunningen inge
volge deze verordening op te dragen aan door hen aan te wijzen gemeente
ambtenaren.
2. Tenzij Burgemeester en Wethouders bij het verlenen van een opdracht op
grond van het eerste lid bepalen, dat de ambtenaar aan hen terstond een
afschrift van elke door hem genomen beschikking tot het verlenen, wei
geren, wijzigen of intrekken van een parkeerabonnement of een parkeer
vergunning moet toezenden, legt deze hen aan het eind van iedere maand
een opgave over van door hem in die maand genomen beschikkingen als
zoeven bedoeld.
3. Van een door een ambtenaar, aan wie een opdracht op grond van het eerste
lid is verleend, genomen beschikking tot het weigeren, wijzigen of in
trekken van een parkeerabonnement of een parkeervergunning staat voor
betrokkene schriftelijk beroep open op Burgemeester en Wethouders.
4. De aanvrager van een parkeerabonnement of een parkeervergunning waarvan
het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken ingevolge het eerste lid
is opgedragen aan een ambtenaar kan tevens schriftelijk beroep instel
len bij Burgemeester en Wethouders indien hij