Behalve het financiële aspect speelt vanuit het oogpunt van het voldoen aan de "behoefte aan kantoorterreinen hij een eventuele herziening van de geldende plannen een rol dat zowel de alternatieve mogelijkheden voor meer grootschalige kantoren, als die voor kleinschalige kantoren in een te grote mate dreigen te worden "beperkt. Dit is bovendien strijdig met de wens in Leeuwarden snel en voldoende te kunnen inspelen op zich voordoende ontwikkelingen, die een meer groot schalige kantoorbebouwing vereisen (spreiding rijksdiensten, consequenties Leeuwarden-groeipool, e.d.). Daarnaast zou een dergelijke herziening voorbij gaan aan de constatering dat een belangrijk deel van de behoefte gericht is op terreinen, waarbij behalve aan de kleinschaligheid ook voldaan wordt aan de voorwaarden, dat de grond in eigen beheer komt, dat zelf wordt geïnvesteerd en dat een eigen identiteit'is te verwezenlijken. De gereserveerde terreinen in Huizum-Bornia aan weerszijden van de Oostergo- weg (met name die aan de westzijde) voldoen aan deze voorwaarden in hoge mate Tot slot zij in dit kader opgemerkt dat een eventueel hernieuwde af weging een vertraging met zich mee zou brengen die in verband met de voortdurende onzekerheid niet in het belang is van de bewoners van Huizum- Bornia. Ad c. De aanwezige vraag naar terreinen in relatie tot de gehanteerde behoefteramingen en uitgangspunten. De kantorennota raamde de behoefte aan ruimte voor de periode van 1976-1985 voor geheel Leeuwarden op ca 136.000 m2 bruto vloeroppervlak, d.i. ca 13.600 m2 per jaar. Een globale inventarisatie over de afgelopen 5-g- jaar 1973 tot en met augustus 1978) levert als resultaat dat er in die periode ca 64.000 m2 kantoorruimte is gerealiseerd in Leeuwarden. Dat is gemiddeld ca 11300 m2 per jaar. Deze inventarisatie is bij de stukken ter inzage gelegd. Rekening houdend met het feit, dat er sprake is van een globale inven tarisatie en er van uitgaande dat niet alle gegevens bij de gemeente bekend zijn (interne verbouwingen., wijzigen van woonbestemming in kantoorbe stemming, e.d.) zou men de conclusie kunnen trekken, dat de prognoses van de kantorennota redelijk overeenstemmen met de werkelijke ontwikkelingen. Deze conclusie is niet juist, omdat er sprake kan zijn van een toevallige samenloop van omstandigheden, waarvan het derhalve niet vaststaat of deze zich ook in de geprognotiseerde periode tot 1985 ongewijzigd zal voordoen. Wel kan het resultaat van de genoemde inventarisatie worden beschouwd als een duidelijke ondersteuning van de stelling dat de geraamde,totale behoefte in de kantorennota niet als onwaarschijnlijk hoog mag worden betiteld, aangezien er op dit moment geen duidelijke ontwikkelingen aan te wijzen zijn, die leiden tot een wezenlijk andere, minder gunstige, situatie in de nabije toekomst. Anderzijds kan het opheffen van de nu al jaren bestaande relatief grote schaarste aan met name terreinen voor kleinere kantoren een belangrijk positief effect hebben op de omvang van de nieuwbouwactiviteiten in die sector. Een analoge situatie is momenteel aanwezig met betrekking tot de vraag naar industrieterreinen. Naar onze indruk uit de contacten met het bedrijfsleven is er sprake van een latente vraag naar met name terreinen voor kleinschalige kantoorvestigingen. Een deel van deze vraag zal pas tot concrete aanvragen leiden wanneer er voldoende vestigingsmogelijkheden terzake worden geboden. - 5 - In de kantorennota is reeds gesteld, dat een regelmatige evaluatie van de in de nota getrokken conclusies noodzakelijk is, teneinde op grond daarvan eventueel te kunnen komen tot een bijsturing van het beleid. Dit met name ook in verband met de onzekerheidsmarges die moeten worden gehanteerd bij de beoordeling van de betrouwbaarheidsgraad van de bereken de behoefte. In het kader van het beleidsplan 1979-1983 hebben wij reeds aangekondigd de kantorennota te zullen herzien. Niet alleen is het nodig de raming van de behoefte aan kantoorterreinen te actualiseren, ook de overige gehanteerde beleidsuitgangspunten zullen opnieuw moeten worden bestudeerd. In dat verband zal tevens moeten worden nagegaan in hoeverre een uitvoerig veldonderzoek in de vorm van een integrale enquête onder de betrokken bedrijven kan leiden tot een meer betrouwbare en sterker naar catagorieën gedifferentieerde behoefteraming inzake terreinen bestemd voor kantoren. Slotconclusie en advies. Op grond van het voorgaande hebben wij geconcludeerd, dat er onvol doende aanleiding is om op dit moment het "beleid op het gebied van het reserveren van terreinen voor kantoren om te buigen. Een herziening van Huizum-Sixma en Huizum-Bornia voor wat betreft de terreinen voor kantoren achten wij in dat verband niet gewenst. Mede gelet op het belang daarvan is een integrale herziening van de kantorennota binnen afzienbare tijd noodzakelijk. Het ligt in ons voornemen het wijkcomité Huizum-Bornia van dit stand punt op de hoogte te stellen. Wij stellen U voor het Oude Stadswijken Overleg dienovereenkomstig te ant woorden. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 109