Bestemmingsplan 't Nijldn.
Bijlage no. 437 Leeuwarden, 26 oktober 1978.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 16 oktober j.l. is onder meer behandeld het
bestemmingsplan 't Nijldn.
Bij dit punt is uitvoerig gediscussieerd over de geprojecteerde par
keervoorzieningen in dit plangebied. De discussie spitste zich toe op
de parkeervoorzieningen, welke ten koste zou gaan van een stuk openbaar
groen c.q. speelgelegenheid. Het betrof de twee parkeerruimten, gepland
bij de Middelzeeflat en op een terrein, gelegen op de hoek Nijldnsdyk/
Bordineweg. Tegen beide parkeervoorzieningen is een bezwaarschrift inge
diend, respectievelijk door de heer Terpstra en anderen en door de heer
Jorritsma en anderen, in ons raadsvoorstel genoemd onder punt 1 en punt 4-
De discussie mondde uit in het indienen van een motie van mevrouw
Brandenburg en de heer Janssen. Deze werd als volgt voorgelezen:
"De raad der gemeente Leeuwarden in vergadering bijeen op 16 oktober
1978, verklaart: De bezwaren, ingediend tegen het bestemmingsplan
't Nijldn betrekking hebbende op parkeervoorzieningen, ingediend door
de heer G.J. Terpstra en anderen en mevrouw E. Huizinga-Stienstra en
anderen, genoemd onder ad 1 en ad _3 in de raadsbrief nr. 381 d.d. 5 okto
ber 1978, gegrond"
De bezwaren tegen de geprojecteerde parkeervoorzieningen op de hoek
Nijl&nsdyk/Bordineweg zijn evenwel niet afkomstig van mevrouw Huizinga-
Stienstra en anderen, genoemd onder punt 3» maar van de heer Jorritsma en
anderen, genoemd onder punt 4« Dit is bij het aanbieden van de motie door
de indieners onderkend, reden waarom zij het cijfer 3 hebben veranderd in
4. Abusievelijk is hierbij niet de naam van mevrouw Huizinga veranderd in
die van de heer Jorritsma.
Nu uit de verhandelingen in de raadsvergadering duidelijk is gebleken
welke twee geprojecteerde parkeerruimten worden bedoeld, dient naar onze
mening de motie in die zin te worden uitgelegd, dat de bezwaren, genoemd
onder de punten 1 en 4 van de raadsbrief, afkomstig van de heer Terpstra
en anderen, respectievelijk de heer Jorritsma en anderen gegrond zijn ver
klaard. Wij nemen aan, dat U met deze interpretatie kunt instemmen.
Voorts stellen wij U voor mevrouw Huizinga-Stienstra van het vorenstaande
in kennis te stellen, aangezien ons inmiddels bekend is, dat bij haar de
indruk is ontstaan, dat de door baar ingediende bezwaren gegrond zijn ver
klaard.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reurner
Secretaris.