heid bezittend lichaam gevormd, genaamd "Pries Avondcollege (scholengemeenschap voor atheneum, h.a.v.o., m.a.v.o. en m.e.a.o.), uitgaande van de gemeenten Leeuwarden, Sneek en Hardingen" C. Artikel 3 wordt vervangen door het hierna volgende artikel: Artikel 3« 1De scholengemeenschap is gevestigd te Leeuwarden, met filialen zo mogelijk ten minste in Sneek en Harlingen. 2. Het algemeen bestuur kan, indien daaraan behoefte bestaat, aan de scholengemeenschap een of meer cursussen verbinden. Indien deze cursussen niet of niet meer ingevolge artikel 75, 1e lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs worden gesubsidieerd, kunnen zij slechts in stand worden gehouden, wanneer ten minste twee/derde van het aantal leden van het algemeen bestuur daartoe heeft besloten. 3. Het algemeen bestuur kan niet dan met inachtneming van de door of krachtens de Wet op het voortgezet onderwijs gegeven voorschrif ten tot vestiging of opheffing van filialen besluiten. D. De eerste zin van artikel 22 wordt gelezen als volgt: De dagelijkse leiding van de scholengemeenschap berust bij een directeur. E. Artikel 24 wordt gelezen als volgt: Artikel 24» De bezoldiging van het personeel vindt, voor zoveel mogelijk, plaats overeenkomstig de salarisvoorschriften, die van rijkswege ter uit voering van de Wet op het voortgezet onderwijs zijn of zullen wor den gegeven. P. Artikel 33 wordt gelezen als volgt: Artikel 33» 1De gemeenten verbinden zich bij te dragen in de eventuele niet- subsidiabele kosten van de scholengemeenschap op basis van de formule B N x 1 L waarin voorstelt: B: het bedrag van de bijdrage voor elke gemeente; N: de n.iet-subsidiabele kosten van de scholengemeenschap over het desbetreffende jaar; 1: het aantal leerlingen, dat op 15 september van het bijdragejaar de vestiging van de scholengemeenschap in de betrokken gemeente bezoekt L: het totaal aantal leerlingen, dat op 15 september van het bij drage jaar de scholengemeenschap bezoekt. 2. Eventuele voordelige saldi worden gereserveerd door middel van een egalisatierekening. Eventuele nadelige saldi worden, voor zover mogelijk, bestreden uit de in dit lid bedoelde egalisatie rekening. 3. Indien blijkt, dat de in het voorgaande lid bedoelde egalisatie rekening ontoereikend is om eventuele nadelige saldi te kunnen dekken, stelt het algemeen bestuur, na vaststelling van de rekening en verantwoording door Gedeputeerde Staten, met toe passing van het 1e lid van dit artikel, het aandeel van elke gemeente in de niet-subsidiabele kosten vast. Van deze vast stelling wordt mededeling gedaan aan Burgemeester en Wethouders van de gemeenten. 4. Binnen 2 maanden na het verzenden van deze mededeling heeft betaling van de bijdragen plaats. 5. Indien in een of meer der gemeenten geen filialen zijn gevestigd dan wel zijn opgeheven, worden de niet-subsidiabele kosten ver deeld naar verhouding van het aantal inwoners der gemeenten op 31 december van het jaar, voorafgaande aan het bijdragejaar zoals dit aantal door het Centraal Bureau voor de Statistiek is vastgesteld. G. Na artikel 33 wordt ingevoegd een nieuw artikel 33a» luidende als volgt Artikel 33 a» De wijziging van artikel 33 werkt terug tot 1 januari 1974» H. In de tweede zin van artikel 40 wordt voor "artikel 32" gelezen "artikel 33". I. Na artikel 40 wordt ingevoegd een nieuw artikel 40 a» luidende: Artikel 40 a« Deze regeling kan worden aangehaald als "Gemeenschappelijke regeling Pries Avondcollege". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. - 2 - - 3 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 169