Rapport Commissie Monumentale Architectuur. Bijlage no. 396. Leeuwarden, 5 oktober 1978. Aan de Gemeenteraad. Hierbij bieden wij U het rapport aan, dat de Commissie Monumentale Ar chitectuur aan ons heeft uitgebracht over de inventarisatie van de jongere architectuur in de gemeente Leeuwarden. Met de conclusies en adviezen van de commissie kunnen wij ons verenigen. Ook de bij het rapport gevoegde bijlagen hebben onze instemming, behoudens een aantal geringe correcties, die in de bijlagen, die IJ hierbij worden aangeboden, zijn verwerkt. De correcties be treffen de volgende punten. Van bijlage I zijn geschrapt de objecten Grote Hoogstraat 27 (recent afgebroken), Nieuwestad 46 (reeds aangewezen als beschermd monument), Rui- terskwartier 139 (recent afgebroken) en Zuidergrachtswal 25 (verbrand). De door de commissie aanbevolen plaatsing op de lijst van beschermde monumen ten van de panden Huizumerlaan 151 (villa Vaartzicht) en Oosterkade 20 heb ben wij niet overgenomen. In het bestemmingsplan Huizum-Dorp is nl. aan het gebied, waarop het pand Huizumerlaan 151 staat, een bedrijfsbestemming ge geven ten behoeve van de Coöperatieve Veiling. Voor het complex bedrijfs ruimten met bovenwoningen aan de Oosterkade 20 worden thans nieuwbouwplannen ontwikkeld. Het heeft derhalve geen zin meer en het zou naar onze mening ook onjuist zijn voor deze objecten nog een bepaalde bescherming vast te leggen. Op bijlage I komen nog drie objecten voor, waarvoor de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk inmiddels het voornemen tot aanwijzing als beschermd monument van die objecten heeft kenbaar gemaakt. Dit betreft de panden Grote Kerkstraat 69, Tweebaksmarkt 48 en Wirdumerdijk 34 (Beursgebouw). Van bijlage Ib zijn afgevoerd de door de commissie voor een bepaalde bescherming voorgedragen panden Westerkade 3 en 5» Deze gebouwen zijn inmid dels ook gesloopt. De bijlagen, die bij het rapport zijn gevoegd zijn der halve tot op dit moment bijgewerkt. Duidelijkheidshalve merken wij op, dat de aanbevelingen van de commis sie zijn "vertaald" in de bijlagen I, lb, II en III, waarbij de objecten, die naar het oordeel van de commissie verder buiten beschouwing kunnen blij ven (punt 3 van de "conclusies en adviezen") door ons ook inderdaad verder buiten beschouwing zijn gelaten. Zoals vermeld op blz. 4> laatste alinea, van het rapport is de commissie van oordeel, dat de aard van de objecten op een "aanvullende gemeentelijke lijst" (de commissie stelt: "in wezen betreft dit monumenten van de 'tweede keus' grote financiële verplichtingen voor de gemeente niet wettigt, een mening, die wij kunnen delen. Met de commissie zijn wij van gevoelen, dat (vervangende nieuwbouw) voor deze categorie monumenten een alter natieve mogelijkheid moet zijn. Effectuering van een bepaalde bescherming voor de monumentale objecten vermeld in bijlage Ib zal naar onze overtuiging slechts kunnen worden bereikt, indien financiële voorwaarden worden gecreëerd, waardoor het gemeentelijk mo numentenbeleid kan worden gestimuleerd. Dit geldt ook voor de in bijlage I vermelde objecten zo lang de gewenste bescherming via de rijkslijst nog geen feit is. Wij menen daarom dat de gemeente een fonds in het leven dient te roe pen, waaruit stimulerings-subsidies voor bedoeld beleid kunnen worden verleend. Wij hebben hierin in principe reeds voorzien door in het ontwerp-beleidsplan voor de jaren 1979 - 1983 elk jaar een reservering van voorlopig 50-000» op te nemen. Het ligt in het voornemen t.z.t. over de toekenning van deze sti mulerings-subsidies, die in het algemeen geheel voor rekening van de gemeente zullen komen, steeds het advies in te winnen van de Commissie Monumentenzorg.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 24