5 - 1
Par. 5» Beleidssector Yolkshuisvesting.
A. Volkshuisvestingsbeleid.
P 233Op p. 15 van de Memorie van Toe
lichting hij het hoofdstuk Volks
huisvesting en Ruimtelijke Orde
ning van de Rijkshegroting 1979
wordt melding gemaakt van de
hoge prioriteit, die de minister
geeft aan een studie naar de
mogelijkheden om bevoegdheden
op het gebied van de volkshuis
vesting van het Rijk naar de
gemeenten over te dragen.
De gedachten gaan uit naar
door gemeenten op te stellen
volkshuisvestingsplannen (met
lokale bouwprogramma's en een
financiële onderbouw)die na
goedkeuring door een hogere
overheid kunnen resulteren in
een grotere vrijheid van de
gemeenten om concrete beslis
singen te nemen over nieuw
en vernieuwbouwplannen. De
toetsing van de afzonderlijke
bouwprojektendie nu door de
centrale overheid wordt ver
richt, zou in die conceptie
in belangrijke mate aan de ge
meenten kunnen worden overge
laten. Blijkens de M.v.T.
zijn experimenten daartoe in
voorbereiding.
Aangenomen mag worden, dat
voor deze experimenten van
Rijkswege de nodige financiële
middelen ter beschikking wor
den gesteld. Aangezien de ge
meente Leeuwarden tot nu toe
de nodige knelpunten heeft
ervaren bij de toetsing van
bouwprojekten vanwege het
Ministerie van Volkshuis
vesting en Ruimtelijke Orde
ning, verdient het aanbeveling,
dat Leeuwarden zich aanmeldt om
voor een dergelijk experiment
in aanmerking te komen. Heeft
het college daartoe reeds ini
tiatieven genomen of bestaat
daartoe het voornemen? Zo nee,
waarom niet?
233» Bit het vervolg van het in
de vraag aangehaalde gedeelte
uit de M.v.T. van de
rijksbegroting blijkt, dat
de Minister van Volkshuis
vesting en Ruimtelijke Orde
ning voornemens is te komen
tot zogenaamde budgetaf-
spraken met de gemeente
Groningen.
Dezerzijds worden op dezelf
de voet besprekingen ge
voerd met het departement
van Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening.
Eerst nadat deze besprekin
gen zijn afgerond, kan aan
de hand van de resultaten
daarvan een standpunt worden
ingenomen omtrent onze te
nemen volgende stappen.