11-8
C 369. Wordt iedere W.S.W.-werknemer
individueel periodiek bekeken
op de vraag wat er op het punt
van de doorstroming naar het
vrije bedrijf voor hem/haar te
doen valt?
369. De bevordering van de doorstro
ming naar het vrije bedrijf,
in casu de bemiddeling, is in
eerste instantie een aangelegen
heid van de Gewestelijke Ar
beidsbureaus. De mogelijkheid
tot deze bemiddeling is zeer
afhankelijk van de landelijke
economische situatie.
Pa 370. Hoeveel procent van de D.S.W.-
werkers stroomt door - na ver
loop van tijd - naar het bedrijfs
leven? Wanneer mocht blijken dat
de D.S.W. steeds meer als eind
station gaat functioneren dient
dan niet de doelstelling van door
stroming herzien te worden?
370. Doorstroming naar het vrije be
drijf is de laatste tijd weinig
voorgekomen; in 1976 bedroeg
het percentage 0,5? in 1977 1,3
en dit jaar (t/m 31 oktober)
1,1. De landelijke economische
situatie is hier ongetwijfeld
debet aan.
Het zou naar onze mening on
juist zijn om, ook 'al kan te
genwoordig in vrij weinig ge
vallen doorstroming plaatsvin
den, deze doelstelling niet
meer te handhaven of te bevor
deren; aan de andere kant moet
er echter voor worden gewaakt
verwachtingen te wekken, die
niet gerealiseerd kunnen worden.
Overigens is een wijziging van
de doelstellingen van de Wet
Sociale Werkvoorziening niet
een lokale maar een centrale
aangelegenheid. In een enige
tijd geleden door de Sociaal
Economische Raad aan de minis
ter van Sociale Zaken uitge
bracht rapport, wordt onder
meer opgemerkt dat naar het oor
deel van de raad de oorspronke
lijke doelstelling en uitgangs
punten van de Wet Sociale Werk
voorziening geen wijziging be
hoeven.
E. Gemeentelijke Sociale Dienst.
371. Zijn op grond van het organisa
tieonderzoek bij de G.S.D. de re
sultaten m.b.t. het functioneren
van deze dienst in overeenstem
ming met het beoogde doel van een
terzake genomen raadsbesluit op
basis van aanbevelingen uit het
reorganisatie-rapport?
371De omschakeling van de oude
naar de nieuwe organisatie
stijl van de Gemeentelijke So
ciale Dienst was aanvankelijk
gepland op 1 januari 1978, maar
heeft niet eerder plaats kunnen
vinden dan 1 november j.l. De
tijd is derhalve nog te kort
om een gefundeerd oordeel te
kunnen geven over de nieuwe si
tuatie; de eerste aanwijzingen
zijn echter positief. Bij de
conversie heeft overigens het
handhaven van een zo optimaal
mogelijke dienstverlening voor
op gestaan.