VI - 4 2Uitkering bebouwingsdichtheid. Tot en met 1978 is deze gelijk aan 24,3% van de in de kada strale leggers opgenomen opbrengst van de in de gemeente ge legen gebouwde eigendommen (gebonden aan een maximum- en een minimumbedrag per inwoner). Aangezien ingaande 1979 (als gevolg van de Vet van 24 dec. 1970, Stbl. 608, waarbij de gemeentelijke belastingen werden herzien) de grondbelasting niet meer wordt geheven, behoeft deze opbrengst niet meer vastgesteld te worden door het Rijk. Ingaande 1979 wordt een interim-maatstaf gehanteerd, gebaseerd op de belastbare opbrengst gebouwde eigendommen, zoals die voor 1978 is vastgesteld, ge deeld door het aantal (door het C.B.S. gepubliceerde) woningen per 1 januari 1978. Voor de volgende jaren wordt het aldus be rekende bedrag per woning vermenigvuldigd met het aantal woningen op 1 januari van het uitkeringsjaar. De maatstaf kent geen maximum of minimum meer. 3Uitkering -per inwoner schaalbedrag) Voor de uitkering per inwoner zijn de gemeenten naar het aantal inwoners ingedeeld in een schaal. De gemeente Leeuwarden valt in de groep 50-000 - 150.000 inwoners. 4. Een vast bedrag per gemeente. 5 Verfi.jningsuitkeringen. Bij Algemene Maatregel van Bestuur kan, de Raad voor de ge- meente-financiën gehoord (in welke Raad vertegenwoordigers van Rijk, provincie en gemeente zitting hebben), voor de daar voor in aanmerking gekomen gemeenten het bedrag per inwoner worden verhoogd wegens; a. een bijzondere samenstelling van de bevolking; b. een ongewoon verloop van het aantal inwoners; c. andere bijzondere omstandigheden. Deze correctiemogelijkheden zijn duidelijk bedoeld om te komen tot een betere verdeling van het totale voor de algemene uitkering beschikbaar gestelde bedrag. Langs deze weg wil men komen tot een verfijning van het uitkeringssysteem.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 573