i V VI - 11 Aanvullende bi.id.rage/uitkering uit het gemeentefonds. De situatie kan zich voordoen, dat het een gemeente niet mogelijk is de begroting sluitend te krijgen. Helaas moet ge steld worden, dat dit allang geen uitzondering meer is en dat onze gemeente zich voor de jaren 1973» 1974 en 1975 ook heeft moeten scharen in de rij van deze gemeenten. In de daarop vol gende jaren kon de gemeente financieel weer op eigen benen staan, mede ^dankzij het optrekken van de uitkeringen uit het gemeente fonds Ingevolge het zo langzamerhand bekend geworden art. 12 van de Financiële Verhoudingswet 1960 kunnen de Ministers van Binnen landse Zaken en van Financiën, op verzoek van de gemeenteraad en na hieromtrent ingewonnen advies van Gedeputeerde Staten en van de Raad voor de gemeentefinanciën, aan een gemeente, welke haar inkomstenheffingen uit eigen hoofde tot een redelijk peil heeft opgevoerd gedurende ten hoogste drie jaren jaarlijks een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds verlenen. Aan de aanvullende bijdrage kunnen voorschriften worden verbonden, welke de gemeente verplicht is na te leven. Dit komt er in de praktijk op neer, dat de gemeente in de sector "overheid" nog bijzonder weinig kan doen. Indien een gemeente gedurende drie achtereenvolgende jaren een aanvullende bijdrage heeft genoten stellen de genoemde ministers, Gedeputeerde Staten en de Raad voor de gemeentefinan ciën gehoord, zonodig voor die gemeente voor een of meer volgende jaren een bedrag vast tot verhoging van de algemene uitkering, welk bedrag voor elk dier jaren verschillend kan zijn. Voor een extra uitkering komt een gemeente in aanmerking, wanneer duidelijk factoren kunnen worden aangewezen die een ver klaring zijn voor het feit, dat de gemeente de begroting niet meer sluitend kan krijgen. Dit zijn de zgn. structureel verstoren de factoren. Omdat er onvoldoende vergelijkingsmateriaal voor handen is valt het niet mee om "harde" structureel verstorende factoren aan te geven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 580