-6- vereist een groot bevolkingsdraagvlak, waarvan de omvang vooral samenhangt met specifieke voorzieningen welke men gehandhaafd wil zien. Overigens zal deze taakstelling gerelateerd dienen te worden aan een evenwichtige ontwikkeling in Friesland in haar totaliteit,' met name hangt dit af van de migratie-overschotten in de nabije toekomst naar Friesland. Uiteraard zal de ontwikkeling daarvan nauwlettend in het oog moeten worden gehouden. Dit laatste temeer daar de groei van de be volking in Nederland stagneert. Het Centraal Bureau voor de Statistiek moet om deze reden de prognoses bij voortduring naar beneden aan passen (eertijds is uitgegaan van een bevolkingsomvang aan het einde van de twintigste eeuw van bijna 20 miljoen inwoners: in 1978 telt ons land echter "maar" bijna veertien miljoen inwoners). Ofschoon ook het C.B.S. het niet op verantwoorde wijze kan kwantificeren is het aan- nemlijk dat in de tachtiger jaren de groei van de Nederlandse bevolking voorbij is,hetgeen ook in Leeuwarden merkbaar zal zijn. In dit verband wordt opgemerktdat _ook de provinciale prognoses in dezelfde richting wij zen door na aanvankelijke migratie-overschotten in de tachtiger jaren al leen nog uit te gaan van binding van de natuurlijke aanwas. In kwantita tieve vorm is het bovenstaande in de volgende tabel weergegeven. Hierbij wordt opgemerkt, dat de samenstelling van de kolommen zich in realiteit in een andere vorm kan voltrekken dan in de tabel is aange geven. Voor de langere termijn met name zijn in de verschillende ko lommen veronderstellingen/prognoses ingevoerd welke zich in werkelijkheid niet behoeven voor te doen. Een en ander brengt met zich, dat in totaliteit de tabel dan ook gezien moet worden als een indicatie, ge baseerd op momenteel voorhanden zijnd cijfermateriaal voor het toe komstige woningbouwbeleid van de gemeente Leeuwarden 5.2 toelichting op de tabel. Aangezien de woningbouwproduktie tot en met het jaar 1982 min of meer vastligt is het eerste deel van de tabel vanuit die produktiecijfers opgebouwd. Daarbij zijn de gevolgen - doorstroming tot uiting komend in een sterke daling van de woningbezettingsgraad - welke de grotere bouwstroom mogelijk maakt, aangegeven. In het tweede deel van de tabel zijn de prognoses ingevoerd ten aan zien van de bevolkingsontwikkeling (stagnerende groei) en de gemiddelde bezettingsgraad per woning. De cijfers over 1978 zijn voor het merendeel feitelijke getallen, zoals die ten tijde van het opstellen van deze nota voorhanden waren. 5.5. toelichting per kolom van de tabel. kolom_A£_natuurli jke_aanwas_1 De natuurlijke aanwas in Leeuwarden staat sterk onder druk van de on evenwichtige bevolkingsopbouw van de gemeente. Leze wordt nog versterkt door de dalende tendens in het geboortecijfer. De natuurlijke aanwas bedroeg over 1977 2,2terwijl dit voor Nederland 4)5%°bedroeg. Ten aanzien van de voortgaande daling van de natuurlijke KM KM KM KM KM KM

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 120