No. 4822 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 28 maart 1979 (bijlage nr. 149); BESLUIT: het college van Burgemeester en Wethouders te machtigen met de Staat der Nederlanden in onderhandeling te treden over aankoop door de gemeente van de Prins Frederikkazerne. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Districtsgezondheidsdienst Bijlage no. 150. Leeuwarden, 12 april 1979- Aan de gemeenteraad. Bij brief van 15 maart 1979 verzocht het dagelijks bestuur van de Regio Leeuwarden de raden van de deelnemende gemeenten zich voor 1 mei a.s. in een voorlopige reaktie uit te spreken over de totstandkoming van een districtsgezondheidsdienst op basis van de in het aan de Regioraad uit gebrachte preadvies van 19 februari 1979 vermelde uitgangspunten. In Uw vergadering van 19 december 1977 hebt U reeds besloten in principe mee te werken aan de vorming van een districtsgezondheidsdienst in de Regio Leeuwarden uitgaande van een minimum-takenpakketIn het bovenaangehaalde preadvies aan de Regioraad constateert het dagelijks bestuur van de Regio echter dat de door de gemeentebesturen aangegeven taken voor een D.G.D. meer inhouden dan het minimumpakket en aansluiten bij het takenpakket van de G.G.D. Leeuwarden. Het thans aan de orde zijnde voorstel impliceert dat alle taken die de G.G.D. thans verricht, zullen worden gecontinueerd. Wat het 'kostenaspect betreft wordt voorgesteld - onafhankelijk van het takenpakket dat wordt afgenomen - gedurende een overgangsperiode van 7 jaar de gemeente Leeuwarden geleidelijk minder en de overige gemeenten geleidelijk meer te laten bijdragen in de kosten van de districtsgezond heidsdienst. Bij deze verdeling wordt ervan uitgegaan dat de bijdrage van Leeuwarden het eerste jaar gelijk is aan het geraamde nadelig saldo van de huidige G.G.D. Na 7 jaar dragen alle deelnemende gemeenten een gelijk bedrag per inwoner bij. De fasering in de kostentoerekening wordt voor gesteld op grond van de overweging dat de overige gemeenten gedurende een zekere periode moeten toegroeien naar deze situatie. Tegen een fasering van kostentoerekening hebben wij, hoewel principieel onjuist, praktisch geen bezwaar. Het vorenstaande geldt uitsluitend voor de algemene gezondheidszorg en dus niet voor de werkzaamheden t.b.v. de jeugdgezondheidszorg en van d< indicatiecommissie. Die werkzaamheden worden meteen toegerekend aan de deelnemende gemeenten op basis van het aantal inwoners. Bij Uw besluit van 19 december 1977 hebt U het voorbehoud gemaakt dat het beleid dat binnen deze gemeente overigens in de toekomst zal worden gevoerd afhanke lijk zal moeten zijn van de uitkomsten van het op te stellen beleidsplan voor de sector extramurale gezondheidszorg. Als daaruit of uit de wensen of voornemens van andere gemeenten taken voortvloeien die niet tot het pakket van de D.G.D. behoren, zou het ons inziens mogelijk moeten zijn d' de Regio die taken vervult. Naar onze mening zou in de gemeenschappelijk" regeling moeten worden vastgelegd dat dergelijke taken, wanneer zij niet als gemeenschappelijke taken worden aanvaard, op verzoek van de desbetre' fende gemeente of gemeenten op kostprijsbasis door de D.G.D. zullen word' ui tgevoerd

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 198