- 2 -
Deze maatstaf kwam ongeveer overeen met het minimum loon van een
gezin met twee kinderen. Voor elke volle 100,waarmee de
sehoolgeldmaatstaf het bedrag van 1.500,te boven gaat, stijgt
het lesgeld met 5»per lesuur van 30 minuten. Het maximum-tarief
545»wordt bereikt bij een schoolgeldmaatstaf van plm.
8.800,Deze maatstaf kwam overeen met een belastbaar inkomen
van ongeveer 39*800,
Wij stellen U voor het minimum-tarief te verhogen van 180,tot
185,terwijl het maximum-tarief kan worden vastgesteld op
560,per jaar.
Aangezien de huidige schoolgeldmaatstaf van 1.500,in verband met
de verhoging van lonen niet meer overeenkomt met het minimum-loon
van een gezin met twee kinderen, stellen wij U voor de minimum-
schoolgeldmaatstaf aan te passen. Wij stellen U voor de minimum
schoolgeldmaatstaf te bepalen op 1.600,
Het maximum tarief wordt dan bereikt bij een schoolgeldmaatstaf van
9*100,Deze maatstaf hoort bij een belastbaar inkomen van rond
41.000,
ad 2. Leerlingen van 19 jaar en ouder betalen tot nu toe een vast tarief
(thans 465,per jaar).
Zowel in de Commissie voor het Gemeentelijk Muziekinstituut als in de
Culturele Raad zijn bij de vorige tariefsherziening bezwaren geuit
tegen de huidige tariefstelling voor deze categorie. Als bezwaren
worden aangegeven:
a. de grote overgang van het tarief bij het 19 jaar worden van de
leerling in de gevallen, dat de lesgeldplichtige in een lage
inkomensgroep valt (van b.v. minimumtarief van 180,naar
het vaste tarief van 465,
b. het ontbreken van een regeling voor werkende jongeren en studenten
van 19 jaar en ouder;
- c. het feit, dat een ouder, die zelf ook aan de lessen deelneemt
en die in een hoge inkomensgroep is ingedeeld, voor zijn of
haar kind méér lesgeld is verschuldigd dan voor hem of haar zelf
(vast bedrag 465»j voor kind maximum tarief van 545»
Een omgekeerde situatie doet zich voor als de betreffende ouder
in een lage inkomensgroep is ingedeeld.
In overleg met de Commissie voor het Gemeentelijk Muziekinstituut
hebben wij deze kwestie nader onderzocht.
Ter tegemoetkoming aan de gerezen bezwaren stellen wij voor de
bestaande splitsing in het lesgeld tussen de beide categorieën
op te heffen.
Dit betekent, dat het lesgeld voor leerlingen van 19 jaar en ouder
voortaan ook naar het inkomen wordt berekend, overeenkomstig de in
ad 1 aangegeven wijze.
Gezien de samenstelling van de groep 19-jarigen en ouder wordt ver
wacht, dat de meeste lesgeldplichtigen minder lesgeld gaan betalen.
Tevens wordt tegemoet gekomen aan studenten met een eigen inkomen
(b.v. studenten met volledige studiebeurs) en aan werkende jongeren.
Een klein deel zal echter meer lesgeld gaan betalen. Dit zijn de les
geldplichtigen met een hoog inkomen, die van het vaste tarief van
465»nu terecht komen in het gedifferentieerde tarief met een
maximum van 545»
Een extra verhoging derhalve van maximaal 80,per jaar.
Naar onze mening behoeft deze verhoging niet als onbillijk te worden
beschouwd, temeer nu het gaat om die lesgeldplichtigen, die wel in
staat zijn het maximum tarief, zoals dat ook voor leerlingen tot
19 jaar geldt, te betalen.
Het bestaande verschil in tarief tussen beide groepen, dat aanleiding
gaf tot bezwaren, wordt bovendien opgeheven.
Voor het cursusjaar 1979-1980 wordt bij aanvaarding van ons voorstel een
opbrengst geraamd van rond 529*000,In deze raming zit begrepen een
algehele verhoging van de tarieven met 3bij ongewijzigd beleid, alsmede
met een derving van lesgelden met rond 30*000,in verband met de door
ons voorgestelde wijziging van het tarievensysteem.
Ten bate van het dienstjaar 1979 wordt hiervan gebracht 4/12 deel (is
176/000,
Voorts komt ten bate van het dienstjaar 1979 8/12 deel van de opbrengst van
lesgelden van het cursusjaar 1978-1979 (is 358.000, tezamen
534*000,
Geraamd is 461.250,De hogere opbrengst vindt zijn oorzaak voorname
lijk in een toename van het aantal leerlingen, waarmee in de begroting
geen rekening is gehouden. Wij stellen U voor derhalve de opbrengst
lesgelden met 72.750,te verhogen tot 534*000,bij de bijstelling
van het beleidsplan 1979-1983*
Onder mededeling, dat de Commissie voor het Gemeentelijk Muziekinstituut
en de Commissie voor de Financiën met ons voorstel kunnen instemmen,
stellen wij voor de Verordening op de heffing en invordering van lesgeld
voor het volgen van onderwijs aan het Gemeentelijk Muziekinstituut
Leeuwarden te wijzigen, zoals in bijgevoegd ontwerp-besluit is aangegeven.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer
Secretaris.