Op 22 maart 1979 deelt de Hoofdingenieur-Directeur van de Volks huisvesting mede dat de Staatssecretaris heeft besloten van een andere verdeling van middelen uit te gaan, waarbij prioriteiten zullen worden gegeven aan de provincies Utrecht en Noord- en Zuid-Holland. In verband daarmede is het aanvankelijke richtgetal van 600 woningen welke de Adviescommissie voornoemd had voorgesteld, teruggebracht naar 450 woningen (75% van 600 woningen), terwijl hiervan thans maximaal 30% in de woningwetsector kan worden gerealiseerd. In deze brief is tevens naar voren gebracht dat voor de komende jaren een andere planning en programmering zal worden aangehouden om te komen tot een verdeling van de rijkssteun. Daarbij is er nog melding van gemaakt dat de programma's afgestemd zullen moeten worden op de behoeften. Juist deze laatste opmerking geeft naar onze mening aanleiding er bij de Staatssecretaris met klem op aan te dringen dat het thans toegewezen contingent voor 1979 onvoldoende is om in de behoefte aan woonruimte in Leeuwarden te voorzien, te meer omdat er in onze gemeente een achter stand in de woningproductie valt in te halen. Het is naar ons oordeel niet verantwoord deze achterstand in de zgn. vrije sector in te halen. Naar aanleiding van het vorenstaande zullen wij aan de hand van de meest recente cijfers er bij de Staatssecretaris op aan dringen het richtgetal voor Leeuwarden alsnog te herzien. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris. Subsidie Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, afdeling Leeuwarden, ten behoeve van de exploitatie van het dierenasiel en garantie van een geldlening, benodigd voor het verbeteren van en uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan het asiel. Bijlage no. 180. Leeuwarden, 12 april 1979' Aan de gemeenteraad. Bij besluit van 19 februari 1973» no. 1815b, hebt U het subsidie aan de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren afdeling Leeuwarden (hierna te noemen: de vereniging) vastgesteld op 9*000,per jaar, terwijl de gemeente bovendien de huur van de beheerderswoning en de erf pacht voor haar rekening nam (totaal 750, De bedoelde oude beheerderswoning is inmiddels aan de vereniging overge dragen. Begin februari 1978 liet de vereniging ons weten, dat de huidige subsidieregeling h.i. onvoldoende was om het op de begroting 1979 geraamde grote tekort te dekken, terwijl ook een tekort voor 1978 werd verwacht. Door de in 1978 gevoerde acties konden de financiële problemen voor dat jaar, voornamelijk betrekking hebbend op de liquiditeit, worden overwonnen. De omstandigheid, dat een tekort wordt geraamd, vloeit voort uit de volgende factoren: a. sinds 1973 heeft zich een aanmerkelijke loonkostenstijging (meer dan 62%) voorgedaan; b. de voor renovatie van het asiel en van de beheerderswoning gedane investering brengt hogere jaarlijkse lasten mede; c. de te verwachten vaststelling van een nieuw Honden- en Kattenbesluit daaruit vloeien zwaardere eisen voor een asiel voort en derhalve hogere jaarlijkse lasten. Een verzoek om aanpassing van de huidige subsidieregeling ligt dan ook voor de hand. Daarbij menen wij te moeten stellen, dat het in het algemeen wenselijk is, dat zwerfdieren in een asiel kunnen worden opgenomen. Plaatsing van zwerfdieren in het asiel voorkomt overlast van die dieren, alsmede mogelijk besmettingsgevaarwat met name in perioden, dat voor hondsdolheid wordt gevreesd van groot belang is. Wij menen dan ook, dat het gewenst is een aangepaste subsidieregeling vast te stellen. De voorwaarden, die naar onze mening aan de subsidiëring zouden moeten worden verbonden, staan in het ontwerp-besluit vermeld en hebben de instemming van het bestuur van de vereniging. Op enkele belangrijke onder delen gaan wij hieronder in. Kostprijsberekening. De op het Honden- en Kattenbesluit gebaseerde bewaarperiode voor zwerf dieren bedraagt 21 dagen, die van dieren, waarvan afstand wordt gedaan in verband met de omstandigheid, dat zij geënt zijn, 14 dagen. Op basis van het in 1977 verzorgde aantal dieren en de daaraan verbonden kosten is de kostprijs per hond berekend op 8,32 per-verzorgingsdag.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 249