79.O4O,— 7.285,— f 29.930,— Omschrijving object Hoofdstuk VI walmuur langs ged. Sneker- kade en Snekertrekweg zwaaikom bij Schilkampen uitvoering diverse bagger- werken Dienst voor Sport en Recreatie verlichtingsinstallatie hoofdveld van het sport complex Cambuur voorbereidingskosten overdekte staantribune Cambuur waterzuiveringsinstalla tie zwembad Kleine Wielen Extra af te schrijven Vrijgevallen afschrijving 4.230,— 5-000,— 140,— 155,-- f IO7.595,— f 15.370,- f 30.220,— f 20.925,— f 9.655,- weg naar de Froskepolle voorbereidingskosten uitbreiding recreatie gebied Froskepolle voorbereidingdkosten aanleg deelplan II 2 Kleine Wielen onderdeel Bowling van de midgetgolfbaan TOTAAL 6.520,— 1 .740,— ƒ13.777.000,— 445,— 3.550,- 370,» 905,-- 150, 850, 528.435,- Aldus vastgesteld in de openbare vergaderi van Voorzitte Secretarif Autokostenvergoeding/telefoonkostenvergoeding Bijlage no. 186. Leeuwarden, 12 april 1979. Aan de Gemeenteraad. Naar aanleiding van de behandeling, op 9 januari 1979, van de begro ting 1980 en het beleidsplan 1980-1984 in afdeling I van Uw Raad, hebben wij toegezegd nader te zullen terugkomen op de problematiek met betrek king tot de autokostenvergoeding en de telefoonkostenvergoeding voor amb tenaren van deze gemeente. Autokostenvergoeding. Per 1 januari 1964 is, ter regeling van o.a. de autokostenvergoeding, door ons ter uitvoering van artikel F 23 van het Algemeen Ambtenarenregle ment de Dienstreizenvergoedingsregeling vastgesteld. Per 1 januari 1978 is een nieuwe regeling, de Lienstreizenvergoedingsregeling 1978, vastgesteld. Indien een ambtenaar ten behoeve van dienstreizen buiten de gemeente met toestemming gebruik maakt van zijn eigen auto, ontvangt hij daarvoor een vergoeding per afgelegde kilometer. De toestemming om de eigen auto te gebruiken wordt alleen gegeven indien met het oog op de bereikbaarheid van het reisdoel of het aantal personen, dat tezamen de dienstreis maakt, het gebruik van een auto in het belang van de dienst is te achten. Indien dat niet het geval is, maar de ambtenaar toch de voorkeur geeft aan het ge bruik van zijn eigen auto, bestaat daartegen geen bezwaar, maar worden hem slechts de reiskosten per openbaar vervoermiddel vergoed. Voor dienstreizen binnen de gemeente kende de tot 1 januari 1978 gel dende Dienstreizenvergoedingsregeling het volgende systeem. Indien een ambtenaar - na verkregen toestemming voor gebruik van eigen auto - per jaar gemiddeld ten minste 3.000 en ten hoogste 10.000 (aanvankelijk 12D00) kilometers met zijn eigen auto aflegde voor dienstreizen binnen de gemeen te, ontving hij daarvoor een vaste vergoeding. Het aantal kilometers werd telkenjare, bij de aanvang van het jaar, geschat op 1.000 afgerond. Kon de ambtenaar na afloop van het jaar aantonen dat het werkelijk aantal afge legde kilometers tenminste 10 hoger was dan kon hij aanvulling krijgen; indien bleek dat het werkelijk aantal afgelegde kilometers tenminste 10 lager was dan kon de ambtenaar worden verplicht tot restitutie De schatting van het aantal af te leggen kilometers geschiedde op voorstel van de diverse diensthoofden op basis van ervarings-gegevens Een aanvulling werd alleen gegeven als de ambtenaar middels een lijst, houdende een volledige specificatie van het aantal afgelegde kilometers, kon aantonen dat de schatting tenminste 10 te laag was geweest, maar een algemeen geldende verplichting om een dergelijke lijst bij te houden be stond niet. De mogelijkheid was dus aanwezig dat een vergoeding werd ge geven die uitging boven de met het werkelijk aantal afgelegde kilometers corresponderende vergoeding. Tegen de bovengeschetste situatie met betrekking tot de autokosten vergoeding voor dienstreizen binnen de gemeente heeft de inspekteur der direkte belastingen, alhier, bezwaren gemaakt. Hij was van mening dat in een aantal gevallen de vergoeding de werkelijk gemaakte kosten te boven ging. In een dergelijk geval dient het overschrijdingsbedrag te worden on derworpen aan de heffing van loon- en inkomstenbelasting.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 259