•Vaststellen van het bestemmingsplan "2e wijziging Westeinde 1970".
Bijlage nr. 200 Leeuwarden, 3 mei 1979«
Aan de Gemeenteraad.
Bij besluit van 5 juni 1972, nr. 6846 hebt U het globale bestem
mingsplan "Westeinde 1970" vastgesteld, dat moest voorzien in de bouw
van woningen in het gebied begrensd door het Schapedijkje, de spoorweg
Leeuwarden-Stiens en de Harlingerstraatweg. Dit plan is door ons op
basis van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening tot nu toe
uitgewerkt in de vorm van de deelplannen "Westeinde I II III" en
"Westeinde IV". Op deze uitwerkingsplannen is de goedkeuring verkregen
van Gedeputeerde Staten.
Voor een terrein ten noorden van het gerealiseerde winkelcentrum
wordt in verband met gewijzigde inzichten een afzonderlijk bestemmings
plan voorbereid genaamd "1e Wijziging Westeinde 1970". Binnen afzien
bare tijd zal U dit bestemmingsplan ter vaststelling worden aangeboden.
Het thans aan de orde zijnde bestemmingsplan (2e wijziging West
einde 1970) heeft betrekking op een terrein, dat ligt in het noord
oostelijke gedeelte van het uitwerkingsplan "Westeinde IV". De bestem
ming van de desbetreffende grond is geregeld in voormeld globaal plan
en voorziet in de bouw van eengezinswoningen. Het onderhavige voorstel
gaat uit van de realisering van meergezinswoningen. In verband hiermede
kon geen gebruik worden gemaakt van de uitwerkingsbevoegdheid. Voor de
resultaten van het gevoerde overleg en de aan dit plan ten grondslag
liggende gedachten verwijzen wij U kortheidshalve naar de bijgevoegde
toelichting.
Het ontwerp-plan heeft met ingang van 20 september 1978 gedurende
een maand voor een ieder ter inzage gelegen. Binnen deze termijn heeft
de heer D. Tjalsma te Leeuwarden mede namens de bewoners van Jan Jelles
Hofleane 101 t/m 109 en Nynke van Hichtumwei 14 t/m 18 bezwaren tegen
het ontwerp-plan ingediend. Reclamant kan derhalve in zijn bezwaren
worden ontvangen.
De bezwaren hebben samenvattend betrekking op:
a. de norm van 10% hoogbouw zoals vastgelegd in het globale bestemmings
plan zou door de geprojecteerde bebouwing worden overschreden;
b. een flatgebouw bestaande uit zes bouwlagen betekent een dissonant
in de laagbouwwijk Westeinde en doet derhalve afbreuk aan de lande
lijke sfeer die kenmerkend is voor deze woonwijk;
c. waardevermindering in het bijzonder t.a.v. de woningen Jan Jelles
Hofleane als gevolg van de ongunstige situering van het flatgebouw
op slechts 45 meter van de desbetreffende woningen waarbij een forse
daling van het woongenot zal optreden;
d. verlies van zontoetreding.
Met betrekking tot de ingediende bezwaren merken wij het volgende op.