- 2 -
In artikel 4 van de bij het globale plan behorende voorschriften
is gesteld, dat ten hoogste 15% van de woningen in de klasse B(WO-B)
mag worden gebouwd als meergezinswoning en met die restrictie dat deze
alleen binnen het op de plankaart alszodanig aangegeven gebied mogen
worden opgericht, waarbij het bejaardencentrum buiten beschouwing moet
worden gelaten. Het betreffende gebied ligt ten zuiden van voormeld
bejaardencentrum Zwettehiem.
Yan de ruim 1300 in deze klasse gebouwde woningen zouden derhalve
195 in de vorm van een meergezinswoning binnen voornoemd deel van het
plangebied tot stand mogen worden gebracht. Tot nu toe zijn hier 102
meergezinswoningen gerealiseerd. Het geprojecteerde woongebouw zal ruimte
bieden voor 57 meergezinswoningen. Uithet vorenstaande vloeit voort,
dat de door U aangegeven grens van het aantal toegestane meergezins
woningen binnen het plangebied niet zal worden overschreden. Alleen de
lokatie is elders gesitueerd. De vergelijking die reclamant m.b.t. de
verhouding laagbouw-hoogbouw in Bilgaard en Vesteinde aandraagt is even
eens onjuist omdat deze percentages in de wijk Bilgaard 40-60 en in
Westeinde na realisering van Westeinde IV inclusief het geplande woon
gebouw 88-12 bedragen.
Met betrekking tot de maximale hoogte van het flatgebouw menen wij,
dat het uitgangspunt van reclamant onjuist is. Het plan gaat uit van
maximaal 5 bouwlagen inclusief de onderbouw, met een maximale hoogte
van 15 meter. Deze maximale hoogte zal zich uitstrekken over een lengte
van 18 meter. Voor het overige gedeelte zal de maximale hoogte zich
beperken tot 12 respectievelijk 9 meter. Wij zijn van mening, dat een
gebouw van een dergelijke hoogte binnen het stedelijk gebied in het
algemeen geen ernstige bezwaren oproept. Uit een oogpunt van volkshuis
vesting moet een dergelijke hoogte acceptabel worden geacht. Het woon
genot zal o.i., gelet op de aan de oost- en zuidzijde geprojecteerde
groenstrook en de aanwezige waterpartij niet worden gestoord. De afstand
van het gebouw tot de omringende woningen bedraagt plm. 50 meter. Ook
gelet op het grondoppervlak, dat het gebouw zal beslaan zijn wij van
oordeel, dat deze afstand uit stedebouwkundig oogpunt aanvaardbaar is.
Wat de gestelde waardevermindering betreft herinneren wij eraan, dat in
het kader van de ruimtelijke ordening aan bestaande planologische maat
regelen geen blijvende rechten kunnen worden ontleend omdat de inzichten
in deze sfeer aan verandering onderhevig zijn. Overigens wijzen wij erop,
dat de verkoper van de desbetreffende bouwterreinen in een zo vroeg
mogelijk stadium is ingelicht over mogelijke hoogbouw op deze plaats.
Gelet op het vorenstaande menen wij dat van waardevermindering niet kan
worden gesproken. Ten aanzien van het gereleveerde verlies van zonlicht
merken wij op, dat niet ontkend kan worden, dat hiervan sprake kan zijn
gedurende een korte periode in het voor- en najaar. Een dergelijke zon-
belemmering is binnen het kader van een stedelijke bebouwing noch onge
bruikelijk noch onaanvaardbaar te achten.
Wij menen, dat dit woongebouw zal voorzien in een dringende behoefte
aan woonruimte. Ter uitvoering van het voor ogen staande woningbouwbeleid
gaan onze gedachten uit naar kleine woningen met twee c.q. drie kamers
ten behoeve van één- en tweepersoonshuishoudens. Wij hebben in verband
met de behoefte in deze categorie afgezien van het huisvesten van uit
sluitend bejaarden in dit woongebouw.
De toelichting is in verband hiermede aangepast. De reactie van
de Raad voor Bejaardenaangelegenheden hebben wij voor U bij de stukken
ter inzage gelegd.
Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening
omtrent het vorenstaande is gehoord, stellen wij U voor de ingediende
bezwaren ongegrond te verklaren en het bestemmingsplan vast te stellen,
een en ander overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer
Secretaris.