- 2 - Wij stellen U daarom voor het bezwaarschrift, voorzover het het hoven- staande betreft, ongegrond te verklaren. Aspecten als geluidshinder, luchtverontreiniging en invloed van de deelplannen op elkaar en voor de overige omgeving zijn betrokken bij de ontwikkeling van het globale plan. Reclamant heeft tegen het globale plan ook bezwaren in deze zin ingediend. Juist nu het thans gaat om uitwerkingsvoorschriften van het globale plan welke blijven binnen de stedebouwkundige kaders die daarin zijn opgenomen, kunnen dergelijke bezwaren die de planopzet in hoofd zaak raken niet meer in de beschouwingen worden betrokken. Deze bezwaren zijn derhalve niet-ontvankelijk. Reclament verwijst voorts naar zijn bezwaren die hij in het kader van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (wet- Arob) tegen andere ontwerp-uitwerkingsvoorschriften voor deelgebieden van Camminghaburen heeft ingediend. Naar onze mening is het onjuist hierop in dit kader in te gaan, aangezien dit een vermenging van pro cedures betekent, hetgeen bovendien tot een onoverzichtelijk geheel zal leiden. Afgezien daarvan zou dit praktisch geen enkele betekenis hebben, omdat het hier slechts een feitelijke herhaling zal betekenen van reeds bekende voor- en tegenargumenten. Ook in dit onderdeel van het bezwaar schrift achten wij reclamant niet-ontvankelijk. Voorts betrekt reclamant de Evaluatienota inspraak stadsvernieuwing, het fietspadenplan, het structuurplan Schil-Oost, alsmede de vertegen woordiging in een contactgroep voor een deelgebied van Schil-Oost in zijn bezwaarschrift. Naar onze opvatting houden deze zaken geen verband met de ter visie gelegde ontwerpvoorschriften en dienen deze opmerkingen, voorzover ze als bezwaar zijn bedoeld, niet-ontvankelijk te worden ver klaard. Wij hebben reclamant over deze aspecten wel nader geïnformeerd door middel van de brief, waarvan een copie voor U ter inzage is gelegd. Resumerend stellen wij U voor de bezwaren van reclamant deels niet- ontvankelijk en voor het overige ongegrond te verklaren en te besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp. Het bij bijlage nr. 231 behorende ontwerp-besluitnr. 7355 is hiermede vervallen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris. Nr. 7355 b. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Overwegende, dat de heer C. v.d. Zijl, Emmakade 9^ ie Leeuwarden, bij brief van 14 mei 1979 lij Burgemeester en Wethouders bezwaren heeft ingediend tegen de hierna omschreven ontwerp-uitwerkingsvoorschriften voor diverse deelgebieden van Camminghaburen; dat hij onder overneming van de motivering in het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 29 mei 1979 (bijlage nr. 231 a) van oor deel is dat de ingebrachte bezwaren deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond zijn; mede gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1979 (bijlage nr. 231 BESLUIT I. reclamant in zijn bezwaren deels niet—ontvankelijk en het bezwaarschrift voor het overige ongegrond te verklaren; II. in te stemmen met: a. de gedeeltelijke herziening van het ontwerp-uitwerkingsvoorschrift voor Camminghaburen deelgebied I; b. de gedeeltelijke herziening van het ontwerp-uitwerkingsvoorschrift voor Camminghaburen deelgebied II; c. de ontwerp-uitwerkingsvoorschriften voor Camminghaburen deelgebied IV A; d. de ontwerp-uitwerkingsvoorschriften voor Camminghaburen School-Noord eo zoals deze zijn vervat in de bij dit besluit behorende en alszodanig gewaarmerkte stukken. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 387