No. 7383.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 23 mei 1979 (bijlage no. 235);
gezien de brief van de Commissie voor Georganiseerd Overleg
d.d. 25 april 1979;
gelet op artikel P 26 van het Algemeen Ambtenarenreglement;
BESLUIT
vast te stellen de volgende
regeling inzake vergoeding van kosten
van rechtsbijstand voor chauffeurs van
gemeente-autos
Artikel I.
1Indien een chauffeur van een gemeente-auto in verband met een door
hem bij de vervulling van zijn taak veroorzaakt ongeval voor de
straf- of civiele rechter wordt gedaagd, bepalen Burgemeester en
Wethouders op een daartoe strekkend verzoek, dat de kosten van
rechtsbijstand voor rekening van de gemeente zullen komen.
2. Het bepaalde in lid 1 lijdt uitzondering indien de chauffeur het
ongeval kennelijk opzettelijk of door roekeloosheid, grove schuld
of grove onachtzaamheid heeft veroorzaakt, één en ander ter beoor
deling van Burgemeester en Wethouders.
Artikel II.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag, volgende
op die van haar vaststelling.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Wijzigen Verordening studiefaciliteiten.
Bijlage no. 236. Leeuwarden, 23 mei 1979»
Aan de Gemeenteraad.
Het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijk behandeling van gemeen
telijke personeelsaangelegenheden heeft de aangesloten gemeenten mede
gedeeld dat er van diverse zijden is aangedrongen om te bezien of de als
hulpmiddel bij de toepassing van de artikelen 10 en 11 van de Verordening
studiefaciliteiten gevoegde lijst van studies met niveau-aanduiding
(lager, middelbaar, hoger) nog wel aan het doel waarvoor deze is samen
gesteld, beantwoordt. Gebleken is dat ondanks de waarschuwing van het
Centraal Bureau dat aan de niveau-aanduiding geen absolute betekenis mag
worden gehecht, doch dat deze uitsluitend bedoeld is als hulpmiddel bij de
toepassing van de artikelen 10 en 11 van de Verordening studiefacili
teiten, toch in veel gevallen de niveau-aanduiding als een absoluut gegeven
is gehanteerd.
Tevens is aan het licht gekomen dat van de lijst in sommige gevallen
een oneigenlijk gebruik is gemaakt door de gegevens eruit te bezigen bij
het motiveren van promotievoorstellen of het toekennen van diplomatoelagen.
Voorts is van de zijde van bepaalde opleiders en belangengroeperingen
kritiek geleverd op de lijst, omdat de aanduidingen in de lijst als
een te absoluut gegeven worden ervaren.
Op grond van bovenstaande heeft het Centraal Orgaan besloten de lijst
als hulpmiddel voor de toepassing van de artikelen 10 en 11 van de Ver
ordening studiefaciliteiten in te trekken. Dit houdt in dat bij het
toekennen van verloffaciliteiten een meer individueel beleid kan worden
gevoerd. Daarbij zal wellicht minder het accent op het niveau van de
opleiding als zodanig liggen, maar meer op de met de opleiding verband
houdende factoren.
In verband met de intrekking van bedoelde lijst dient artikel 10 van
de Verordening te worden aangepast.
Onder mededeling dat de Centrales van Overheidspersoneel instemmen
met de voorgestelde wijziging, zodat plaatselijk overleg achterwege kan
blijven, geven wij U in overweging om over te gaan tot vaststelling van
bijgevoegd ontwerp-besluit tot wijziging van de Verordening Studiefacili
teiten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer Secretaris.