22
21
20
f
f
f
f
f
f
No. 7385.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 23 mei 1979 (bijlage no. 237);
gezien de brief van de Commissie voor Georganiseerd Overleg
van 25 april 1979;
BESLUIT
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de
Bezoldigingsverordening 196O.
Artikel I.
a. In artikel 17» eerste lid, wordt het gestelde onder a tot en met i
gelezen als volgt:
a.
23
jaar of ouder:
1.751,10
b.
jaar
1.619,80
c
jaar
1.488,40
d.
jaar
1 .357,10
e
19
jaar
1.225,80
f
18
jaar
1 .094,40
g.
17
jaar
963,10
h.
16
jaar
831,80
i
15
jaar
700,40;
b. in artikel 17a wordt voor 247>02" gelezen: 260,04";
c. in artikel 20, eerste lid, onder a, wordt voor 174» en 240,
respectievelijk gelezen 179»en 246,
d. in artikel 20, tweede lid, wordt voor 174,en 87,
respectievelijk gelezen 179,en 92,
e. in artikel 21, eerste lid, onder b, c, d en e, wordt voor 44»
18,20,en 10,respectievelijk gelezen 51
21, 21, en 12,
Artikel II.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang
van 1 januari 1979»
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Onteigening van grond (met opstallen), gelegen in het bestemmingsplan
"Huizum-Dorp"
Bijlage nr. 238. Leeuwarden, 23 mei 1979'
Aan de Gemeenteraad.
Op 26 september 1977 heeft U het bestemmingsplan "Huizum-Dorp"
vastgesteld. Dit plan is gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten van Friesland bij besluit van 21 juni 1978. Tegen dit goedkeu
ringsbesluit heeft de Coöperatieve Friese Tuinbouwveiling G.A.ge
vestigd alhier, beroep ingesteld bij de Kroon; dit beroep is in be
handeling.
Voor het verwezenlijken van het bedoelde bestemmingsplan dient
de gemeente de beschikking te hebben over de in dit gebied gelegen
gronden. Het merendeel daarvan is reeds eigendom van de gemeente, doch
de onderhandelingen omtrent de aankoop van de resterende percelen en
perceelsgedeelten hebben tot nu toe niet het gewenste resultaat opge
leverd.
Omdat het noodzakelijk is, dat de gemeente de beschikking ver
krijgt over de voor de uitvoering van het bestemmingsplan benodigde
gronden, zijn wij van oordeel, dat maatregelen moeten worden genomen
om tot onteigening van de bedoelde percelen en perceelsgedeelten te
geraken. Onteigening kan op basis van het bedoelde bestemmingsplan
plaatsvinden krachtens het bepaalde in artikel 77, lü 1, sub 1 van
de Onteigeningswet (onteigening ten behoeve van de uitvoering van of
ter handhaving van de feitelijke toestand overeenkomstig een bestem
mingsplan). Te dien einde hebben wij een onteigeningsplan doen opma
ken, dat voor U ter inzage is gelegd.
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 80 van de Onteigenings
wet hebben wij de op het onteigeningsplan betrekking hebbende stukken
ingaande 7 februari 1979 gedurende één maand voor een ieder ter gemeen
tesecretarie ter inzage gelegd. De ter inzagelegging is op 6 februari
j.l. op de gebruikelijke wijze en door publicatie in een tweetal plaat
selijke dagbladen ter openbare kennis gebracht. Binnen de daarvoor
wettelijk gestelde termijn is tegen het onteigeningsplan één bezwaar
schrift ingediend, en wel door het bestuur van de Coöperatieve Friese
Tuinbouwveiling G.A., gevestigd alhier. Dit bezwaarschrift is derhalve
ontvankelijk.
Met betrekking tot het ingediende bezwaarschrift merken wij het
volgende op.
1. Eén der belangrijkste uitgangspunten van het bestemmingsplan "Huizum-
Dorp" is het herstel en de uitbreiding van de woonfunctieIn verband
daarmede is het uit recreatief oogpunt van groot belang, dat de bewo
ners van dit plangebied gebruik kunnen maken van de groenzóne ten noor
den van de Potmarge. In deze groenzóne is reeds een wandelpad gereali
seerd. Het op het te onteigenen gedeelte van perceel, kadasternummer
5311» geplande voetpad met openbaar groen sluit daarop aan. Het door
reclamant naar voren gebrachte bezwaar dat de bebouwingsmogelijkheid
van zijn terrein vermindert, is reeds voldoende afgewogen bij de vast
stelling van het bestemmingsplan.