No. 7662. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 23 mei 1979 (bijlage no. 241) tot het beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor de afbouw van het eindrapport van het Transvaalwijkproject BESLUIT I. ten behoeve van de afbouw van het eindrapport van het Transvaalwijk pro ject een aanvullend krediet beschikbaar te stellen van 22.115,-1 II. het Centraal Orgaan Leeuwarden verzoeken zich met de verkoop van de rapporten te belasten en eens per kwartaal de opbrengst van de ver kochte exemplaren met de gemeente te verrekenen. Aldus vastgesteld in de openbare vergaderina van Yoorzittei Secretaris Vaststellen van een exploitatieverordening. Bijlage no. 242. Leeuwarden, 23 mei 1979- Aan de Gemeenteraad. Art. 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening eist dat de gemeente raad een verordening vaststelt, waarin de voorwaarden worden vastgelegd waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan de exploitatie van gronden, die in de naaste toekomst voor bebouwing in aanmerking komen (Exploitatieverordening) Een exploitatieverordening bevat onder meer voorschriften omtrent: a. de gevallen waarin en de wijze waarop het treffen van voorzieningen voor doeleinden van openbaar nut afhankelijk wordt gesteld van de afstand van grond aan de gemeente; b. het aandeel van de kosten van voorzieningen van openbaar nut, dat ten laste wordt gebracht van de gronden, die door deze voorzieningen zijn gebaat en de wijze, waarop deze kosten over de genoemde gronden worden omgeslagen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft een tweetal ontwerpen van een dergelijke verordening uitgebracht. Deze zijn gebaseerd op respectievelijk het meerderheids- en het minderheidsstandpunt van een indertijd door de V.N.G. ingestelde commissie. Met het model, zoals dit door de overgrote meerderheid van deze commissie is ontworpen, kunnen wij ons nagenoeg geheel verenigen. Hieronder zal een aantal afwijkingen van bedoeld model worden toegelicht. Hoofdzaken van de verordening. Het belang van een exploitatieverordening ligt in haar algemeen geldende werking. De voorwaarden waaronder medewerking wordt verleend aan het in exploitatie brengen van bouwterreinen, worden hierin zo duidelijk mogelijk omschreven en zijn in principe voor iedere exploitant gelijk. Een exploitatieverordening verhoogt derhalve de rechtszekerheid voor de grondeigenaren en kan verder de rechter tot steun zijn bij de berekening van de schadeloosstelling ter zake van onteigening van ruwe bouwgrond. Een dergelijke verordening is geen regeling, waarbij aan de ingezete nen verplichtingen worden opgelegd. Zij moet worden gezien als een bekendmaking van de voorwaarden, waaronder medewerking van de gemeente kan worden verkregen voor het in exploitatie brengen van bouwgrond. Onder dit laatste wordt verstaan het geschikt of beter geschikt maken van grond tot bouwgrond. Onder bouwgrond wordt verstaan grond, waarop over eenkomstig de bepalingen van de Woningwet en de Wet op de Ruimtelijke Ordening mag worden gebouwd. Het geschikt of beter geschikt maken van grond tot bouwgrond geschiedt door uitvoering van werken, waardoor grond ontstaat waarop mag worden gebouwd. Welke werken dit zijn is geregeld in artikel 2 van de verordening.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 412