I Financiële consequenties. Het Kinderdagverblijf wordt voor 100% gesubsidieerd door de gemeente Leeu warden. Daartegenover wordt van het Rijk een bijdrage ontvangen gelijk aan 100% van de subsidiabele personeelsformatie. Uit berichten van de zijde van het Ministerie van C.R.M. kan worden opge maakt, dat vooralsnog niet mag worden gerekend op uitbreiding van de sub sidiabele personeelsformatie. Dat betekent, dat er op gerekend moet worden dat er van de zijde van het Ryk t.b.v. het Kinderdagverblijf geen extra middelen ter beschikking zullen worden gesteld. Indien het gemeentelijk beleid t.a.v. kinderdagverblijven extra financiële consequenties zou hebben, komen deze geheel voor rekening van de gemeente Ten aanzien van de in de aanvang genoemde derde beleidsvraag (het Kinderdagverblijf een gemeentelijke dan wel een regionale voorziening) mer ken wij op, dat het netto gemeentelijk subsidie omgerekend per kind dat het Kinderdagverblijf bezoekt 1.000,per jaar bedraagt. Van de 72 kinderen zijn er 15 (21%) afkomstig uit gemeenten buiten Leeuwarden, terwijl van de op de wachtlijst geplaatste kinderen (39) er 14 (36%) van buiten Leeuwarden afkomstig zijn. De gemeenten van herkomst van deze kinderen betalen tot dusverre niet mee in de ten laste van onze ge meente blijvende kosten. zijn. van mening, dat het exploitatieverlies van het Kinderdagver blijf waarin de gemeente Leeuwarden nu voor 100% subsidieert, met ingang van 1 januari 1980 moet worden omgeslagen naar rato van het aantal het Kinderdagverblijf bezoekende kinderen over de gemeenten van herkomst van deze kinderen. Indien bedoelde gemeenten niet bereid zijn in dit verlies mee te betalen, dan zullen de kinderen uit die gemeenten geen gebruik kunnen maken van het Kinderdagverblijf Om het opstellen van een ontwerp plan en programma mogelijk te maken, zal niet alleen een beleidsinhoudelijk kader aangegeven dienen te worden, maar tevens een financieel kader waarbinnen het een en ander gestalte zal moeten krijgen. In het beleidsplan 1979-1983 is jaarlijks een netto-subsi die (dat is bruto-subsidie minus rijksbijdrage) van 71 .000,voor het Kinderdagverblijf gereserveerd. Gelet op het belang, dat wij hechten aan een goed functionerend Kinder dagverblijf en om uitbouw van dit werk mogelijk te maken, stellen wij voor om voor 1980 uit te gaan van 85-000, Doordat 20% van de kinderen uit andere gemeenten komt en die gemeen ten o.i. zelf te lasten voor die kinderen zullen moeten betalen, zal hier uit een bedrag van ca. 15.000,resulteren. Wij stellen U voor naast het subsidie van 85.000,ook de van andere gemeenten te ontvangen bijdragen ten goede te laten komen van het Kinderdagverblijf. Het komt ons voor, dat de Vereniging Kinderdagverblijven binnen dit fi nancieel kader in staat moet zijn een eerste aanzet te geven tot het reali seren van de in het vorenstaande geformuleerde beleidsuitgangspunten. Ook met het oog op de situatie m.b.t. de huidige accommodatie van het Kinder dagverblijf is het nu het juiste moment om een principiële keuze te doen. De keuze voor één gecentraliseerd Kinderdagverblijf zou op dit moment betekenen dat er grote investeringen noodzakelijk zijn om deze accommodatie optimaal ge schikt te maken. Een gedecentraliseerde opzet biedt de mogelijkheid om uit te zien naar één of meer geschikte accommodaties elders in de stad. In het plan zal moeten worden aangegeven hoe een dergelijke ontwikkeling zou moeten plaats vinden en welke locaties in deze gemeente het eerst in aanmerking zouden ko men voor de vestiging van een werkeenheid van het Kinderdagverblijf. Daarbij zou tevens nader onderzocht dienen te worden in hoeverre het mogelijk is in overleg met onderwijsinstellingen tot andere vormen van kinderopvang te ko men. ,0p basis van de beschikbare gegevens zal het Werkverband Kinderdagver blijven ons in dezen moeten adviseren, I I i De uitspraak, dat het Kinderdagverblijf een algemene voorziening is, be hoeft op zichzelf geen rechtstreekse financiële consequenties ten gevolge te hebben. Indien de vraag naar kinderopvang groter is (blijft) dan de opname capaciteit van het Kinderdagverblijf binnen het gegeven financiële kader toe- j laat, dan valt niet te ontkomen aan een toelatingsbeleid. De criteria daar voor kunnen ruimer zijn dan in het geval van een specifieke voorziening en dus ook rekening houden met bijv. een factor als pedagogisch verantwoorde groepssamenstelling. Overigens zal de voorwaarde van de Rijksbijdrageregeling Kinderdagverblijvendat ook bij het toelatingsbeleid in Kinderdagverblijven voorrang dient te worden gegeven aan groepen en personen - kinderen en ouders die in een maatschappelijke achterstandssituatie verkeren, daarbij niet in het gedrang mogen komen. De plaatsingsmogelijkheden voor ouders en kinderen, voor wie het gebruik van het Kinderdagverblijf een pure noodzaak is, zal zoveel mogelijk gegaran deerd moeten worden. Wij zullen het bestuur van de Vereniging Kinderdagver blijven verzoeken ons m.b.t. de criteria een voorstel te doen toekomen. Gelet op het vorenstaande, met de vermelding dat de Commissie voor Wel- zijnsaange 1 egenheden zich in meerderheid kan verenigen met het in het ont werpbesluit onder I punt 1 en II geformuleerde en voor het overige met ons voorstel akkoord gaat, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het bij gevoegde ontwerp-besluit De wethouders Ejjgelaar en Rijpma tekenen hierbij aan, dat zij er voorstander van zijn als beleidsuitgangspunt te nemen dat het Kinderdagverblijf een speci fieke voorziening is. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J.S. Brandsma Burgemeester W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 439