2. 26% van het aantal woningen is opgenomen in de categorie 3~kamerwoningen; 3. de verhouding huur-/koopwoningen bedraagt 35/65; 4. de aantallen premie-koopwoningen in de categorieën A en B bedragen res pectievelijk 15 en 25%. Met betrekking tot punt vier merken wij op, dat voor de premiewoningen, categorie A, een kavelprijs moet worden gevraagd, die gelijk is aan een prijs voor een woningwetwoning-kavel Het gebied begrepen in de tweede fase van Camminghaburen is echter niet geheel bestemd voor woningbouw. In het zuidwestelijke deel wordt ruimte (onge veer 2 ha. gereserveerd voor bedrijf sdoeleinden. Op grond van kontakten die wij met een gegadigde daarover hebben, zal een gedeelte van deze terreinen eveneens met in achtneming van de Randvoorwaarden en Richtlijnen, worden uit gewerkt tot een kantorenbestemming. De betreffende bestemmingsomschrijving van het globale bestemmingsplan dient in die zin te worden aangepast, dat op deze terreinen tevens kantorenbouw is toegestaan. Concrete voorstellen daartoe zul len wij U binnenkort doen toekomen. III. PROJEKTINDELING EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST. Op bladzijde 37 en 41 van de Randvoorwaarden en Richtlijnen zijn respec tievelijk de projektindeling en de keuze van de participanten aangegeven. Daarbij zijn de participanten voor de projekten 3 ,en 4 abusievelijk met elkaar verwisseld. De projektindeling en de voorgestelde participanten hebben de in stemming van de Cie. voor het Grondbedrijf. Na overleg met de Federatie van Leeuwarder Woningcorporaties is afgesproken dat de Woningstichting St. Joseph en de Woningbouwvereniging Beter Wonen ge zamenlijk en met één architect het woningwetprojekt zullen realiseren. Evenals in de eerste fase zullen met de participanten-niet zijnde woning corporaties samenwerkingsovereenkomsten worden gesloten. In bijlage A van de Randvoorwaarden en Richtlijnen is een dergelijke over eenkomst opgenomen. Deze is identiek aan die, gesloten voor de eerste fase, behalve dat extra bepalingen zijn toegevoegd inzake de te zijner tijd te sluiten koopovereenkomsten. Deze toevoegingen betreffen: a. bankgaranties en voorwaarden waaraan moet zijn voldaan alvorens van gemeente wege wordt meegewerkt aan de notariële transportakte; b. - indien de rijksoverheid dit eist - antispeculatiebedingen met betrekking tot premie-koopwoningen. In samenhang hiermede merken wij op, dat artikel 3> lid 2, tweede zin van de samenwerkingsovereenkomstveen correctie behoeft. Hiervoor moet worden ge lezen: "Daarbij wordt de eis gesteld, dat een woningontwerp maximaal 50 woningen mag omvatten" IV. ADVIEZEN. De Randvoorwaarden en Richtlijnen zijn aan de orde gesteld in de Raad voor de Volkshuisvesting en - voor wat betreft het aantal bejaardenwoningen - in de Raad voor de Bejaardenaangelegenheden. De Raad voor de Volkshuisvesting heeft daarmee inmiddels ingestemd. Over de wijze van de uitwerking heeft die Raad de volgende kanttekeningen ge plaatst. Blykens het differentiatieschema zijn er in dit gebied geen specifieke bejaardenwoningen geprojecteerd en blijkt op bladzijde 23 (2e kolom) van de Randvoorwaarden en Richtlijnen niet of de woningen langs de ontsluitingsweg een woonkamer krijgen, die op het zuiden is georiënteerd, hetgeen juist wel gewenst wordt geacht. Op de te bouwen bejaardenwoningen komen we hieronder terug. In de Rand voorwaarden en Richtlijnen staat vermeld, dat de entreezijde van de woningen langs de ontsluitingsweg in principe naar de weg gekeerd dient te worden. - 5 - Dit sluit een oriëntering van de woonkamer op het zuiden niet uit. De Raad voor de Bejaardenaangelegenheden adviseert in eerste instantie - uitgaande van de oorspronkelijk in Camminghaburen te bouwen 4500 woningen - in de gebieden na de eerste fase hetzelfde percentage specifieke bejaarden woningen te bouwen als voor de eerste fase is vastgesteld, te weten 4>8%. Voor geheel Camminghaburen betekent dit 216 woningen. Van de verdichting van Camminghaburen met 300 extra wooneenheden voor de categorie één- en tweepersoonshuishoudens adviseert de Raad 1/6 deel, derhal- ve 50 eenheden, te reserveren voor bejaardenwoningen. Rekening houdende met genoemde verdichting verzoekt de Raad derhalve om in geheel Camminghaburen 266 bejaardenwoningen te bouwen. Naar onze mening kan het advies van de Raad voor de Bejaardenaangelegen- heden worden gevolgd. Stedebouwkundig gezien heeft dit namelijk geen conse quenties, behalve dat rekening dient te worden gehouden met de eis van het globale bestemmingsplan, dat 80% van het aantal te bouwen bejaardenwoningen moet worden gebouwd in het centrum-gebied van Camminghaburen of binnen een afstand van 300 m. daarvan. De berekeningswijze van genoemde Raad volgend, zullen er in de tweede fase 29 (4,8% van de oorspronkelijk in de tweede fase te bouwen 613 woningen) vermeerderd met 10 (l/6 van de 60 extra in de tweede fase te bouwen woningen), derhalve 39 stuks moeten worden gebouwd. Dit aantal betekent ongeveer 27% van het totaal in de tweede fase te bouwen aantal woningen met maximaal 3 kamers. Dit is 5% van het totaal aantal in de tweede fase te bouwen woningen. Wij geven U dan ook in overweging aan de op bladzijde 34 van de Randvoor waarden en Richtlijnen opgenomen differentiatie-tabel een noot toe te voegen luidende: "(3) 27% van het aantal in de huursector te realiseren woningen met maximaal 3 kamers dient te worden gebouwd als specifieke bejaardenwoningen". Zoals U ook reeds bij de behandeling van de Nota Woningbouwbeleid 1979 hebt bepaald, zullen de gehanteerde procenten en aantallen niet worden gezien als absolute getallen, doch als richtgetallen, waarvan kleine afwijkingen zijn toegestaan. Tenslotte merken wij op, dat de verslagen van de betreffende vergaderingen van de Raden voor de Volkshuisvesting en de Bejaardenaangelegenheden voor U bij de stukken ter inzage zyn gelegd. V. RAAMKREDIET Evenals dit is gebeurd voor de eerste fase stellen wij IJ voor, voor het verder bouwrijpmaken van de tweede fase van Camminghaburen een raamkrediet be schikbaar te stellen. Op basis van de exploitatie-opzet voor geheel Camminghaburen kan dit kre diet worden geraamd op 7.500.000, Op grond van het vorenstaande en onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening is gehoord en dat de Commissie voor het Grondbedrijf over het krediet nog zal worden gehoord stellen wij IJ voor te besluiten over eenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 476