No. 8602 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14 juni 1979 bijlage nr. 281); BESLUIT: I. tot aanleg van een ontsluitingsweg c.a. ten westen van Meekeshof in Wytgaard, e.e.a. overeenkomstig tekening nr. 15-80-01; II. voor de uitvoering van het onder I. vermelde werk een krediet van 210.500,beschikbaar te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Vaststellen Procedure-verordening specifiek welzijn. Bijlage no. 282. Leeuwarden, 14 juni 1979. Aan de gemeenteraad, In de vergadering van 24 april 1978 werd door de Raad besloten in prin cipe in te stemmen met de voorstellen vervat in de nota "Structurering functi onele raden en commissies" en de nota "Decentralisatie welzijnsbeleid". Mede naar aanleiding daarvan werd met het publiceren van de. diskussie-nota "Procedure voor Welzijnsplanning; toelichting en procedurevoorstellen" de eerste aanzet gegeven tot de totstandkoming van de door de rijksbijdrage- regeling sociaal-culturele aktiviteiten vereiste procedure-verordening. Voor een nadere uiteenzetting over de voorstellen en het daarover gevoerde overleg met betrokkenen verwijzen wij U naar de U toegezonden nota "Proce dure voor Welzijnsplanning" (augustus 1978), "Concept procedure-verordening specifiek welzijn" (november 1978), nota "Nadere standpuntbepaling t.a.v. de procedure voor welzijnsplanning" (april 1979) en de daarbij behorende herziene versie van de "Concept procedure-verordening" (april 1979), alsmede naar de voor U ter inzage gelegde reakties en adviezen. Aangezien uit de op de nota "Nadere standpuntbepaling" ontvangen reakties en de adviezen van de functionele raden een grote mate van instemming met de voorstellen bleek, heeft deze nadere standpuntbepaling ten grondslag gelegen aan de IJ nu ter vaststelling voorgelegde "Procedure-verordening specifiek welzijn", die vergezeld gaat van een algemene en artikelsgewijze toelichting. Kortheids halve verwijzen wij U verder naar de inhoud daarvan. Ingevolge artikel 1 van de verordening Worden op basis van een besluit van de gemeenteraad de terreinen aangegeven, waarop de verordening van toe passing is. Wij stellen U voor de verordening van toepassing te doen zijn op het gehele terrein dat wordt bestreken door de rijksbijdrageregeling sociaal-culturele aktiviteiten. Voor de exacte begripsomschrijving en afbakening daarvan verwijzen wij U naar de ter inzage gelegde regeling en de toelichting daarop. Globaal wor den de sociaal-culturele aktiviteiten,welke vorm en inhoud krijgen in werk en voorlichtingsbijeenkomsten, manifestaties, projecten, cursussen en lessen, onder meer ontplooid in werkvormen als: vormings- en ontwikkelingswerk voor volwassenen, opbouwwerk, kunstzinnige vorming, amateuristische kunstbeoefe ning en volkscultuur, club- en buurthuiswerk, jeugd- en jongerenwerk, spor tieve recreatie, peuterwerk. Hoewel er ook in het kader van de rijksbijdrage regeling Kinderdagverblijven in een daartoe ingesteld werkverband wordt ge werkt aan de totstandkoming van een plan achten wij het, gelet op het verge vorderde stadium waarin zich dit reeds bevindt, niet gewenst de verordening ook daarop onmiddellijk van toepassing te verklaren, maar dat eerst te doen nadat het betreffende plan gereed is. De daarna op te stellen programma's en volgende plannen zullen dan tot stand komen via de vastgestelde procedure. Ten aanzien van de planvoorbereiding in het kader van de rijksbijdragerege ling maatschappelijke hulp- en dienstverlening aan jongeren en jong-volwasse- nen geldt hetzelfde. Overigens merken wij op, dat wij het ook vanuit de overweging dat de nu voor gestelde procedure aan de praktijk zal moeten worden getoetst en de eerste twee jaar een min of meer experimenteel karakter draagt, gewenst vinden om de toepassing van de verordening vooralsnog te beperken tot het terrein van de sociaal-culturele aktiviteiten. Teneinde op adequate wijze te kunnen voldoen aan het in artikel 27, lid 2 van de verordening gestelde, dat Burgemeester en Wethouders binnen twee jaar na haar van kracht wording over de werking van deze verordening rappor teren en zonodig voorstellen doen voor bijstelling ervan,zijn wij voornemens op korte termijn over te gaan tot de instelling van een zgn. evaluatie-com missie. In deze commissie, onder voorzitterschap van een lid van ons college, zouden personen zitting moeten hebben vanuit de werkverbanden en de Commissie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 488