1
- 4 -
- 5 -
2. Gedurende de termijn van de ter visie legging kan een ieder schriftelijk
bezwaren indienen bij Burgemeester en Wethouders.
3» Voor publiciteit wordt zorg gedragen op overeenkomstige wijze als ten
behoeve van het voorontwerp-plan.
OVERLEG MET WERKNEMERS EN WERKGEVERS
.Artikel 17
Indien in het door Burgemeester en Wethouders vastgestelde ontwerp-plan
voorstellen zijn vervat voor wijziging in de taakstelling van functionarissen
en/of opheffing van functies voeren Burgemeester en Wethouders alvorens
over te gaan tot indiening van het plan bij de gemeenteraad overleg met
representatieve organisaties van de betrokken werknemers en werkgevers, of
bij het ontbreken daarvan met een representatieve vertegenwoordiging van
de betrokken werknemers en werkgevers.
VASTSTELLING VAN HET PLAN
Artikel 18
1. Burgemeester en Wethouders doen een voorstel tot vaststelling van het
plan aan de gemeenteraad.
2. Bij het besluit tot vaststelling van het plan geeft de gemeenteraad aan
in hoeverre en op welke wijze rekening is gehouden met de resultaten
van de inspraak, de ingediende bezwaren en de verkregen adviezen en het
in artikel 17 bedoelde overleg.
Artikel 19
1. Het plan wordt toegezonden aan de daarin vermelde instellingen, groeperingen
en andere betrokkenen.
2. Burgemeester en Wethouders dragen zorg voor publiciteit ter zake van de
vaststelling van het plan en de inhoud ervan.
BIJSTELLING VAN HET PLAN
Artikel 20
Jaarlijks wordt bij de behandeling van het jaarprogramma bezien of en in
hoeverre het plan voor de resterende periode bijstelling behoeft.
PROGRAMMA
Artikel 21
De instellingen, groeperingen en andere betrokkenen genoemd in de vastgestelde in
ventarisatienota als bedoeld in artikel 9, alsmede instellingen, groeperingen en
andere betrokkenen die daarin niet genoemd zijn maar geacht kunnen worden op het
betreffende terrein activiteiten te (willen) ontplooien, worden jaarlijks door het
werkverband uitgenodigd om op basis van het vastgestelde plan werkprogramma's voor
het komende jaar in të dienen, waarin vermeld moet zijn welke activiteiten men wil
uitvoeren, op welke wijze en t.b.v. welke doelgroepen. De werkprogramma's dienen
'vergezeld te gaan van een begroting van inkomsten en uitgaven voor het betreffende jaarj
overeenkomstig de in de subsidie-verordening specifiek welzijn gegeven richtlijnen.
Artikel 22
Uit de ingevolge artikel 21 ontvangen werkprogramma's wordt, rekening houdend
met het vastgestelde plan, door het werkverband één voorontwerp-programma
samengesteld.
Artikel 23
Het werkverband biedt vis, de betrokken functionele raad of raden het vooront
werp-programma aan Burgemeester en Wethouders aan.
Artikel 24
Burgemeester en Wethouders stellen, gehoord de raadsadviescommissie, het
ontwerp-programma vast.
Artikel 25
1. Ten aanzien van de procedure ter vaststelling van het programma zijn de
artikelen 16 tot en met 19 van overeenkomstige toepassing.
2. Terstond na de vaststelling van het programma besluit de gemeenteraad
over de daaruit voortvloeiende consequenties ten aanzien van de subsidiëring.
3. Burgemeester en Wethouders doen aan alle betrokkenen binnen een maand na de
vaststelling mededeling van het programma, alsmede van het in het tweede lid
van dit artikel bedoelde besluit»
4. De op grond van dit besluit voor subsidiëring in aanmerking te brengen
instellingen worden - zo daar aan niet reeds voldaan is - gedurende twee
maanden in de gelegenheid gesteld om te voldoen aan de voorwaarden die zijn
opgenomen in de geldende subsidieverordening specifiek welzijn.
SLOTBEPALING EN
Artikel 26
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, treffen Burgemeester en
Wethouders de nodige voorzieningen en/of nemen zij de nodige beslissingen,
gehoord de raadsadviescommissie en met kennisgeving aan de raad.
Artikel 27
1. Deze verordening treedt ^een week na haar vaststelling door de gemeenteraad
in werking.
2. Burgemeester en Wethouders rapporteren binnen twee jaar na haar van kracht
wording over de werking van deze verordening en doen zonodig voorstellen
-gehoord de raadsadviescommissie- voor bijstelling ervan.
3. Alvorens tot wijziging van deze verordening wordt overgegaan wordt het
voorstel daartoe gedurende een maand voor een ieder ter visie gelegd.
4. Gedurende de termijn van de ter visielegging kan een ieder schriftelijk
bezwaren indienen bij Burgemeester en Wethouders.
5. Bij het besluit tot wijziging van de verordening geeft de gemeenteraad aan
in hoeverre en op welke wijze rekening is gehouden met de ingevolge het
vierde lid ingediende bezwaren.
NAAMGEVING
Artikel 28
Deze verordening kan worden aangehaald als "Procedure-verordening specifiek welzijn".