- 14 - - 15 - Artikel 17» Het overleg met vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers moet plaats vinden wanneer het gaat om voorstellen voor wijziging in taakstelling van funktionarissen, ook als gevolg van uitbreiding, respectievelijk opheffing van funkties, waaronder begrepen vermindering van het aantal (les)uren. Artikel 21 - 25. Aangezien het bij de programma-voorbereiding vooral gaat om tenuitvoer legging en konkretisoring van het plan - waarin de beleidskeuzes ai vast liggen - kan de procedure die geldt voor het pla.n vanaf het opstellen van een voor-ontwerp op overeenkomstige wijze voor het programma worden toege past. Ongemerkt zij nog dat bij de voorbereiding van het vierjarenplan de konkre- tisering daarvan voor het eerste jaar van het plan (programma) vanaf de voor-ontwerp fase tegelijkertijd dient plaats te vinden. Artikel 25« tweede lid. Kr is voor gekozen om de gemeenteraad op basis van het programma afzonder lijk te laten beslissen over de kortsekwenties ten aanzien van de subsidi ering en daarvan (ingevolge het derde lid) ook afzonderlijk kennis te doen geven aan betrokkenen, teneinde te bereiken da.t niet het programma als zo danig beschouwd kan worden als een beschikking (of bundel beschikkingen) in de zin van de Wet AROB (Administratieve Rechtspraak Overheids Beschikkin gen) maar dat op grond van het programma afzonderlijke individuele subsidie beschikkingen gegeven moeten worden waartegen voor betrokkene(n) AROB-beroep openstaat. Artikel 27 lid 1. Deze inwerkingtreding betekent niet dat vanaf dat moment eventueel bij het gemeentebestuur binnenkomende subsidieverzoeken niet meer behandeld zouden kunnen worden. Allereerst zal de gemeenteraad op grond van artikel 1 de sectoren moeten aan wijzen waarop deze verordening van toepassing is. In de periode dat voor de desbetreffende sector nog geen plan/programma is vastgesteld zal het gemeentebestuur op ad hoe basis moeten beslissen of subsidieverzoeken van een derma.te urgent karakter zijn da.t een besluit daarover genomen moet worden vooruitlopend op de totstandkoming van pi an en programma. Ket be trekking tot pla.n en programma in het kader van de rijksbijdrageregoling sociaal-culturele aktiviteiten geldt dat deze regeling voorschrijft, dat in de overgangsfase tot het eerste plan (l januari 1981) de geneert voor de jaren 1979 en 1980 een opgave verstrekt van de instellingen en groepen die door het gemeentebestuur voor subsidie in aanmerking worden gebracht. In deze opgave dienen in ieder geva.l te worden opgenomen de instellingen, die tot 1 januari 1979 mede door het rijk werden gesubsidieerd en nu vallen onder de rijksbijdrageregeling, tenzij de gemeente naar genoegen van de Minister heeft aangetoond, dat de aktiviteiten daarvan van dermate gering belang zijn, dat voortzetting van de subsidiëring niet verantwoord is. lid 2. Teneinde Burgemeester en Wethouders in staat te stellen het hier bedoelde rapport voor te bereiden zal een evaluatie-commissie worden ingesteld onder voorzitterschap van de Wethouder van Volksgezondheid en Welzijnsaangelegen- heden en verder bestaande uit dén of meer ambtenaren van de afdeling Sociale Zaken en Welzijnsanngelegenhedenéén of meer vertegenwoordigers van werk verbanden en één of meer vertegenwoordigers van partikulier en maatschappe lijk initiatief. Deze commissie zal de werking van de procedure in de prak tijk op de voet volgen en haar bevindingen aan het College van B. en W. kenbaar maken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 501