4. Burgemeester en Wethouders regelen de vervanging van de ondercom
mandant
De huidige ondercommandant heeft thans de rang van technisch hoofd
ambtenaar/afdelingshoofd A (Schaal 24 van bijlage A van de Bezoldi
gingsverordening 19é0). De Commissie voor Georganiseerd Overleg
kan met deze wijziging instemmen.
Op grond van artikel 209, sub 0, van de Gemeentewet is het
benoemen van het personeel van de brandweer opgedragen aan het col
lege van Burgemeester en Wethouders. Wij zullen dan ook, nadat U
dit voorstel heeft bekrachtigd, tot benoeming van een commandant
van de brandweer overgaan.
Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig de bijgevoegde
ontwerp-besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J.S. Brandsma Burgemeester
W.J.G. Reumer
Secretaris.
Nr. 8641.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14
juni 1979 (bijlage nr. 290);
BESLUIT:
vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van:
Verordening betreffende de organisatie
en het beheer van de gemeentelijke
brandweer.
Artikel I.
Aan artikel 1, eerste lid, wordt toegevoegd:
"De brandweer heeft voorts als taak het verlenen van hulp bij onge
vallen en rampen".
Artikel II.
De punt aan het einde van de zin van artikel 5, eerste lid, wordt
vervangen door een komma en wordt aangevuld als volgt:
"zowel bij dag als bij nacht".
Artikel III.
Artikel 5, tweede lid, vervalt.
Artikel IV.
A. Artikel 7, lid 2, sub a komt te luiden: "het beroepspersoneel
B. Artikel 7, lid 2, sub b, vervalt.
C. Artikel 7, lid 2, sub c, wordt vernummerd in sub b.
Artikel V.
Artikel 10 wordt gelezen:
1Met inachtneming Van het opperbevel bij brand van de Burgemeester
ingevolge artikel 222 van de Gemeentewet en de taak van de direc
teur van de Dienst voor Reiniging en Brandweer ingevolge de Alge
mene Beheersverordening wordt de leiding van de Brandweer, alsmede
de commandovoering daarover opgedragen aan de commandant van de
brandweer.
2. Burgemeester en Wethouders stellen een instructie vast, regelende
de taakverdeling tussen de directeur van de Dienst voor Reiniging
en Brandweer en de commandant van de brandweer.
3. Bij ontstentenis of afwezigheid van de commandant van de brand
weer wordt deze vervangen door de ondercommandant.