No. 8618. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Beschikkende op het beroep, ingesteld door Architectenburo Kok en Oldewéning B.V. te Leeuwarden namens de heer A. Jassies tegen het be sluit van Burgemeester en Wethouders van februari 1979» nr. B 645/78, waarbij vergunning is geweigerd voor het bouwen van een garage naast de woning Achter de Hoven 116 a, alhier, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G, no. 15865; Overwegende, dat Burgemeester en Wethouders bij hun evenvermeld besluit hebben overwogen, dat het terrein waar zal worden gebouwd in het geldende bestemmingsplan "Uitbreidingsplan Greunsweg" de bestem ming "wegen en voetpaden" heeft; dat het bouwplan derhalve in strijd is met dit bestemmingsplan; dat voorts in 't kader van de stedebouwkundige ontwikkeling van het gebied Achter de Hoven, ter plaatse waar zal worden gebouwd een fietspad is geprojecteerd, welk fietspad onderdeel is van het ont- werpfietspadenplan voor de gehele gemeente; dat dit bouwplan derhalve niet in overeenstemming is met het toe komstige bestemmingsplan voor dit gebied; dat appellant in beroep aanvoert, dat om tot uitvoering van het desbetreffende voetpad te komen de gemeente grond moet aankopen van Casolith en van appellant, terwijl tevens toestemming van het bestuur van de Katholieke Kerk moet worden verkregen; dat gezien de plaatselijk zeer nauwe doorgang Casolith niet bereid noch in staat is grond te ruilen of te verkopen in verband met de continuering en routing van dit bedrijf; dat appellant evenmin met het oog op verlies van privacy bereid is voor dit doel grond af te staan; dat het bestuur van de Katholieke Kerk niet zonder meer haar mede werking kan geven; dat de voor het onderhavige plangebied ingestelde projectgroep in verband hiermede op z'n zachtst gezegd twijfelt aan de haalbaarheid van het voorgestelde voetpad; dat voorts in voorbereiding is om het besluit tot aanleg van dit voetpad te herzien; dat bovendien de naastligger geen bezwaar heeft tegen de bouw van een garagedat appellant nu de weigeringsgronden zijn vervallen alsnog verzoekt om de gevraagde vergunning te verlenen; Overwegende, dat ingevolge artikel 48, eerste lid onder b van de Woningwet bouwvergunning moet worden geweigerd, indien het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft in strijd zou zijn met een bestem mingsplan; dat de grond waarop de garage is gesitueerd ingevolge het ter plaatse geldende uitbreidingsplan "Greunsweg", welk plan op grond van het bepaalde in artikel 10, eerste lid van de Overgangswet wordt geacht een bestemmingsplan te zijn, is aangewezen voor "wegen en voetpaden"; dat het beoogde bouwplan hiermede derhalve in strijd is; dat hij in het kader van het verkeersstructuurplan bij de behande ling van de fietspadenstructuur heeft besloten hierin het bestaande kerkepad op te nemen als veilige en logische verbinding tussen vooral het zuidwestelijk stadsdeel (Huizum-West en 't Nijldn) en Achter de Hoven; dat weliswaar met derden nog geen overeenstemming is bereikt over de uitvoering van het geprojecteerde fiets-, c.q. voetpad, doch zulks niet zonder meer medebrengt, dat bij het ontwerpen van het in voorbe reiding zijnde bestemmingsplan voor het plangebied Achter de Hoven hiervan moet worden afgezien;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 543