if - 22 - II leunt binnen afzienbare tijd voorstellen tegemoet zien, om de bij de stadsvernieuwing betrokken bezittingen die thans nog bij het Woningbe drijf worden geadministreerd, over te brengen naar de administratie van de D.S.O. Tegelijkertijd zal een aantal kredieten die in het kader van de stadsvernieuwing in het verleden zijn uitgetrokken op de begroting van de algemene dienst der gemeente, alsmede de bij de algemene dienst geregistreerde reserves ten behoeve van de stadsvernieuwing naar de begroting van de D.S.O. worden overgebracht. 11Gevoerd overleg In het voorgaande is reeds zijdelings opgemerkt dat bij de voorbereiding op diverse wijzen overleg is gevoerd met rijks- en provinciale vertegen woordigers. Een aantal van hen was overigens ook vertegenwoordigd in de stuurgroep. De achtergrond van dit alles was elkaar wederzijds te infor meren en vroegtijdig kennis te nemen van eikaars standpunten, opdat de verdere advisering zo soepel en zo snel mogelijk zou kunnen verlopen. Dit laatste is nodig omdat ook de provinciale stads— en dorpsvernieu— wingskommissie weinig tijd ter beschikking heeft om haar advies uit te brengen. Met deze kommissie is een drietal bijeenkomsten belegd, waar de plannen zijn toegelicht en verduidelijkt. Verder is op ambtelijk niveau overleg gevoerd met verschillende rijksdiensten. Dit overleg zal in de na bije toekomst zeer zeker voortgezet moeten worden. Gekonkludeerd moet worden dat de gehanteerde werkwijze nuttig en zinvol is geweest. Tijdig konden verschillende suggesties en aanwijzingen wor den meegenomen, die anders in de advisering tot vraagtekens zouden leiden: begrenzing van het gebied, distributie-planologie, milieuhygiëne, het wel of niet gelijktijdig indienen van een uitvoeringsplan voor Oldegalileën en de gemeentelijke visie op de toekomstwaarde van de oudere woongebieden. Overigens mag uit dit alles niet de konklusie worden getrokken dat er op alle punten eensluidend standpunten zijn waar te nemen. In 2A is reeds uiteengezet dat de toekomst van de oudere woonwijken wellicht het belang rijkste knelpunt zal zijn. Het overleg met de bevolking heeft zich voornamelijk afgespeeld binnen de bestaande kontaktgroepen. Op 27 februari 1979 is door ons aande verschil lende bewonersorganisaties en de instellingen op het gebied van de stads vernieuwing een toelichting gegeven op de te volgen procedure en de keuze van de eerste gebieden. Wij hebben de inspraak op de gebruikelijke wijze inhoud gegeven en gemeend geen afzonderlijke strukturen in te moeten voe ren om een tweetal redenen. In de eerste plaats lag de nadruk op de aan wijzing in kasu op het weergeven van de globale ontwikkelingen, en dien overeenkomstig kon volgëns de I.S.R. en de Richtlijnen de inspraak ook globaal zijn. In de tweede plaats bevatten de ISR.-rapporten weinig of geen zaken die niet reeds in de projekt- en kontaktgroepen aan de orde zijn geweest. Verder is de gehele bevolking van de bedoelde gebieden op de hoogte ge steld van het totaal op een informatie-avond, gehouden op 14 mei j.l. Gelegenheid tot reaktie is gegeven op de hoorzitting van 31 mei j.l. Het verslag van deze bijeenkomst, alsmede het daarop geleverde kommentaar van de werkgroep zijn bij de stukken gevoegd. In het vorenstaande zijn bovendien de meeste punten die op de hoorzitting naar voren zijn gebracht ter sprake geweest. Voor het overige zal hierme de rekening worden gehouden bij het maken van de uitvoeringsplannen. Kritiek was er op het punt dat de termijn tussen informatie-avond en hoor zitting te gering was om de omvangrijke rapportage door te nemen, en om adekwaat te reageren op de voorstellen. Wij kunnen dit, althans wat de be schikbare tijd betreft, onderschrijven. - 23 - Van allen die bij de voorbereiding en de te nemen beslissingen zijn betrok ken moest en kon, gezien het grote belang, een uiterste krachtsinspanning gevergd worden. Zo ook van de bevolking, die bovendien in de gunstige po sitie verkeerde dat ze inhoudelijk op de hoogte was van de plannen voor de Laar regarderende gebieden. De inspraak zal meer inhoud krijgen bij het gereed maken van de konkrete uitvoeringsplannen en in die fase zal hiervoor dan ook de nodige tijd ingeruimd worden. Dit laatste is naar ons oordeel reeds het geval geweest met het thans aan geboden uitvoeringsplan voor Oldegalileën. Dit is in konkreto een samen voeging van de reeds in overleg met de bevolking ontwikkelde (deel-)plan nend Voor enkele nadere invullingen, zoals voor het terrein van de gemeen- tewerf en Blok Geel, zal dat overleg verder gevoerd worden. t". 12. Tenslotte Wij hebben over de gemaakte stukken advies ingewonnen van de kommissies voor het grondbedrijf, welzijnsaangelegenheden, financiën en de ruimtelij ke ordenning. De betreffende verslagen zijn voor u ter inzage gelegd. Resumerend stellen wij u voor in te stemmen met het bovenstaande en te be sluiten overeenkomstig het hierna in ontwerp afgedrukte besluit, Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma, Burgemeester. W.J.G. Reumer, Secretaris. •V' y 'V.-.- r -• - ,s*c-. -v'

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 559