m
Preadvies inzake de brief van de heer J. de Jong, Engelumerstraat 44»
alhier inzake het terrein gelegen aan de Vegelinstraat
Bijlage no. 97 Leeuwarden, 1 maart 1979»
Aan de Gemeenteraad.
De heer De Jong voelt zich door uitlatingen van de Wethouder van
Ruimtelijke Ordening, gedaan tijdens de openbare vergadering van de Commis
sie voor de Ruimtelijke Ordening van 20 december j.l., gegriefd en hij
wenst zijn goede naam in ere herstel te zien. Hij heeft zijn brief geschre
ven naar aanleiding van een in een plaatselijk dagblad verschenen bericht,
waarin de volgende passage voorkwam:
"Door de betrokkenen is de gemeente op een bepaalde manier gebruikt, om maar
geen ander woord te noemen".
De Wethouder heeft zich in vorenstaande zin geuit in verband met de gang
van zaken met betrekking tot een terrein, gelegen aan de Vegelinstraat, al
hier, dat voor het realiseren van onder meer speel- en groenvoorzieningen
van belang is voor de wijk Achter de Hoven-Vegelin. De op deze zaak betrek
king hebbende stukken zijn voor U ter inzage gelegd.
De Wethouder heeft de gewraakte uitlating gedaan omdat bij hem de indruk
bestond, dat tussen verkoper en koper reeds wilsovereenstemming bestond,
voordat de gemeente bij de onderhandelingen werd betrokken.
Het terrein is verkocht aan de heer De Jong voor een hogere prijs dan
de gemeente in onderhandeling met de vorige eigenaar heeft geboden.
Voor het feit, dat de heer De Jong het betreffende terrein uiteindelijk
heeft gekocht, treft hem uiteraard geen blaam.
Wij stellen U voor adressant in bovengenoemde zin te berichten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer Secretaris.