-2- Gezien de taak welke de stichting is toegedacht is het gewenst dat deze redelijk autonoom is. Uiteraard met dien verstande, dat de besluiten voorzover de gemeente wordt gebonden, alleen gelden, indien deze zijn goedgekeurd door het gemeentebestuur c.q. tevens door Gedeputeerde Staten De taakstelling van de stichting betekent dat de stichting werk zaamheden van de stuurgroep, voorzover deze de ontwikkeling van het cen trumgebied van Camminghaburen betreffen, moet overnemen. Naar onze mening dient het organisatieschema voor Camminghaburen te worden herzien en als volgt te worden vastgesteld Totaal Camminghaburen Raad Burgemeester en Wethouders Camminghaburen m.u.v. centrumgebied centrumgebied Stuurgroep Stichting eventueel verdere door stichting in te stellen organen c. Conditionerend architect. Op bladzijde 23 van de nota wordt als mogelijkheid voor de verdere planopbouw het inschakelen van een conditionerend architect genoemd. Deze architect zou -in overleg met de stedebouwkundige- de in de thans aan de orde zijnde nota opgenomen randvoorwaarden en richtlijnen moeten concretiseren. Voorts zou hij optreden als coördinator voor de architec ten voor de verschillende deelobjecten van het wijkcentrum. Uitgaande van de in de nota gestelde criteria zou eerst na grondige selectie tot aanstelling van een conditionerend architect kunnen worden overgegaan. Een dergelijke selectie zou een aanzienlijke tijd vergen, terwijl de architect daarna een periode zou moeten worden gegund om zich in te wer ken in de gedachten die met betrekking tot de realisering van Cammingha buren en met name het wijkcentrum zijn ontwikkeld. Eén en ander zou een vertraging in het ontwikkelingsproces van het wijkcentrum betekenen. Voorts zou de aanwijzing van een dergelijk architect een belangrijke kostenverhoging ten gevolge hebben. Naar onze mening verdient het aanbeveling voor de verdere uitbouw van de randvoorwaarden en richtlijnen gebruik te maken van de kennis en capaciteiten van de huidige stedebouwkundigen voor Camminghaburen, te weten het bureau Kuiper Compagnons te Rotterdam en de Hoofdafdeling Stedebouw/Bouwkunde van de Dienst Stadsontwikkeling. Wij zijn dan ook tot de conclusie gekomen dat voor het wijkcentrum geen specifieke coördinerend architect dient te worden ingeschakeld. Werkgroep Planteams III. Randvoorwaarden en richtlijnen. Het in deel twee van de nota opgenomen programma is opgebouwd uit de op de behoeften van de wijk afgestemde voorzieningen. Deze bestaan uit commerciële ruimten, te weten winkels en dienstverlenende bedrijven (waaronder horeca) en welzijnsvoorzieningen, waarbij wordt gedacht aan een wijkgezondheidscentrum en een sociaal-culturele ruimte. Deze voor zieningen zullen het kerngebied in samenhang met de aldaar te bouwen woningen een stedelijk karakter moeten geven. Voor het overige dienen in het centrumgebied woningen te worden gebouwd die een overgang vormen tussen het kerngebied en de aan het centrumgebied grenzende woonvlekken -3- In totaal kunnen in het centrumgebied rond 400 woningen worden ge bouwd, waarvan 116 etagewoningen boven de winkelruimten. De verdere woningdifferentiatie is een taak van de stichting, waar bij uiteraard het gemeentebeleid in acht dient te worden genomen. Wij stellen U evenwel voor er mee akkoord te gaan dat in het cen trumgebied behoudens het complex bejaardenwoningen geen woningwetwo ningen worden gebouwd. De reden hiervan is, dat bij de ontwikkeling van de centrumbebouwing kosten aan bouwprojecten zullen moeten worden toe gerekend, die de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in het kader van woningwetbouw vermoedelijk niet zal aanvaarden. In verband hiermede dienen de bouwers-participanten voor het wijkcentrum die geen extra kosten kunnen dragen beperkt te worden. Voor een nadere informatie verwijzen wij U naar de globale rendementsberekening Wijk centrum Camminghaburen, die -met een toelichting - vertrouwelijk ter in zage is gelegd. Het vorenstaande betekent niet, dat de vastgestelde woningdifferen tiatie voor geheel Camminghaburen zal worden aangetast. Een tengevolge van de centrumbebouwing eventueel optredende geringe wijziging van die verhoudingen kan in het zuidelijk gebied van Camminghaburen worden ge corrigeerd door een extra aantal woningwetwoningen in dat plangebied op te nemen. In de nota wordt op bladzijde 44 uitgegaan van realisering van de centrumbebouwing in 3 fasen. Mede tengevolge van de discussies omtrent de ontwikkelingsvorm van het wijkcentrum is enige achterstand ontstaan ten opzichte van het oorspronkelijke tijdschema voor het wijkcentrum. Wij zullen nagaan of het wenselijk is de centrumbebouwing in twee fasen uit te voeren. In een later stadium zullen wij hierop terug komen. Met betrekking tot de Randvoorwaarden en Richtlijnen zijn de Com missies voor de Ruimtelijke Ordening, voor de Welzijnsaangelegenheden en voor de Volksgezondheid en Milieuhygiëne, alsmede de Vaste Overleg commissie Midden- en Kleinbedrijf gehoord. De betreffende verslagen liggen voor U bij de stukken ter inzage. Met betrekking tot de opmer king van de genoemde overlegcommissie inzake de maximumoppervlakte van winkels delen wij U mede, dat wij in principe bereid zijn hierin een zekere mate van flexibiliteit toe te passen, zulks evenwel met inacht neming van de doelstelling van het wijkcentrum. De functionele raden zijn gehoord via de Coördinatiegroep Cammin ghaburen. De reacties van enkele leden van deze groep liggen voor U bij de stukken ter inzage. Met de gemaakte opmerkingen zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden. IV. Participanten. In de loop van de tijd hebben zich vele gegadigden gemeld voor de realisering van het wijkcentrum voor Camminghaburen. Wij stellen U voor ons te machtigen met de volgende gegadigden nadere selectiebesprekingen te voeren over de deelobjecten van de cen trumbebouwing Commerciële_voorzieningen (inclusief bovenwoningen) 1. Nederlandse Middenstands Financieringsmij. voor Bedrijfsobjecten N.V. te Amsterdam (M.B.O.). 2. Kats Bouwgroep N.V. te Leeuwarden. 3. Stichting Projectontwikkelingsbureau AMRO te Amsterdam.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 126