Voorzieningen ten behoeve van het (brom-)fietsverkeer. Bijlage nr. 419 Leeuwarden, 27 september 1979» Aan de Gemeenteraad. Bij de raadsbehandeling van het Verkeersstructuur- en Uitwerkings plan hebt U ons verzocht te komen met een fietspadenplan. Ter voorberei ding daarvan is een Discussienota fietspadenplan opgesteld. De raadscommissie voor de Ruimtelijke Ordening, aan wie deze nota is voorgelegd, heeft geadviseerd deze nota te aanvaarden als basis voor de uitwerking van het fietspadenplan. Mede op verzoek van genoemde commissie is voor belanghebbenden, zo als wijk- en buurtcomités en groeperingen ter behartiging van het (brom-) fietsverkeereen informatieavond over de discussienota gehouden, waarna schriftelijk reacties konden worden ingezonden. Deze reacties bevatten geen elementen welke aanleiding gaven tot belangrijke wijzigingen in de nota, zodat deze nu kan worden omgewerkt tot een ontwerp—fietspadenplan. Wij verwachten dat het ontwerp U in het komende voorjaar ter vaststelling kan worden aangeboden. Met betrekking tot de uitvoering van het fietspadenplan delen wij - mede naar aanleiding van opmerkingen vanuit Uw raad - nu reeds het vol gende mede. De verwezenlijking van een dergelijk plan is een omvangrijke taak en zal aanzienlijke investeringen vergen. De uitvoering zal daarom gefaseerd moeten plaatsvinden. Voorts zullen binnen de fasering prioriteiten moeten worden gesteld. Met het oog op het vorenstaande zijn wij van mening, dat het fietsverkeer in eerste instantie is gebaat bij het treffen van een aantal (soms) eenvoudige voorzieningen, die tot doel hebben de veiligheid en/of het comfort te vergroten op plaatsen en langs routes waar veel fiets verkeer voorkomt. Wij zijn dan ook van oordeel, dat de uitvoering als volgt zal moeten plaatsvinden. 1. Het treffen van voorzieningen die tot doel hebben de veiligheid of het comfort van de (brom-)fietser te vergroten op plaatsen of langs routes waar veel (brom-)fietsverkeer voorkomt. Hierbij denken wij aan het plaatsen/aanbrengen van verkeersborden en andere verkeerstekens, alsme de aan eenvoudige civieltechnische verbeteringen. 2. Het voorlopig verbeteren van de belangrijkste voorkeurroutes naar de binnenstad (alsmede zo mogelijk enkele interwijkroutes en routes in het buitengebied) 3. Het definitief verbeteren van de onder punt 2 genoemde routes, alsmede het aanleggen van enkele nieuwe fietspaden. De onder 2 en 3 genoemde werken zullen op middellange, respectieve lijk lange, termijn kunnen worden uitgevoerd nadat het fietspadenplan door U is vastgesteld. De onder 3 genoemde werken zijn in principe subsidiabel. Aangetoond moet worden dat zij passen in een stelsel van verkeerswegen. Van rijkszijde is meegedeeld, dat de behandeling van een aanvraag om sub sidie een termijn van een jaar kan vergen. De onder 1 genoemde werkzaamheden kunnen op vrij korte termijn worden uitgevoerd. Met de aanvang daarvan behoeft ons inziens niet te worden ge wacht op de vaststelling van het fietspadenplan, omdat ze enerzijds niet samenhangen met nog vast te stellen (voorkeur)routes en anderzijds omdat ze een gevolg zijn van de vaststelling van het uitwerkingsplan voor de bin nenstad.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 251