No.: B 289/79 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Beschikkende op het beroep, ingesteld door A.J.van der Wiel te Goutum tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 10 juli 1979» no. B 289/79» waarbij afwijzend is beschikt op een verzoek om vergunning tot het veranderen van de zuidgevel van de woning Oer de Feart 28 te Goutum, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, no. 712; Overwegende, dat Burgemeester en Wethouders bij hun evenvermeld besluit zakelijk weergegeven hebben overwogen, dat ingevolge het bepaalde in artikel 34 van de Bouwverordening het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk zodanig moeten zijn, dat het bouwwerk zowel op zichzelf als in verband met de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan voldoet aan redelijke eisen van welstand; dat de beoogde verandering van de zuidgevel naar hun oordeel van negatieve invloed zal zijn op de verschijningsvorm van de overige woningen aan Oer de Feart; dat uit het vorenstaande volgt, dat vorenomschreven verandering van de woning niet zal beantwoorden aan redelijke eisen van welstand; dat appellant in beroep aanvoert, dat in tegenstelling tot zijn huurwoningen zijn woning een achterom heeft; dat de achterdeur helaas een rechtstreekse verbinding vormt tussen kamer en buiten en dat deze situatie de afgelopen winter veel narigheid en problemen heeft gegeven; dat bedoelde achterdeur is gelegen in de kolk van noord en oostenwind, terwijl deze toestand 's winters onhoudbaar is; dat hij in verband met het vorenstaande contact heeft opgenomen met het Bouw- en Woningtoezicht dat met aannemer Kimsma te Goutum een plan heeft gemaakt om een voorziening te treffen; dat deze voorziening echter door de Welstandsadviescommissie is afgekeurd; dat hij ver zoekt om de gevraagde vergunning in beroep alsnog te verlenen; Overwegende, dat ingevolge het bepaalde in artikel 48» eerste lid onder a van de Woningwet bouwvergunning moet worden geweigerd, indien het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft niet zou voldoen aan de Bouwverordening; dat het bouwplan strekt tot het veranderen van de zuidgevel van bovenvermelde woning bestaande uit het dichtmaken van een overdekte niet afgesloten ruimte; dat blijkens artikel 34 van de Bouwverordening het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk zodanig moeten zijn, dat het bouw werk zowel op zichzelf als in verband met de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan voldoet aan redelijke eisen van welstand; dat het bouwblok waar vorengenoemde woning deel van uitmaakt, van een hoogwaardige architectonische kwaliteit is; dat de voorgenomen oplossing naar zijn oordeel zou leiden tot een onaanvaardbare aantasting van de plasticiteit van evenvermeld bouwblok; dat hem zowel uit het beroepschrift als uit het verhandelde in de vergadering van de Commissie van Advies inzake Beroepschriften ingevolge de Bouwverordening niet is gebleken van feiten of omstan digheden welke redelijkerwijs tot een andere beslissing zouden moeten leiden; dat Burgemeester en Wethouders de gevraagde vergunning dan ook terecht hebben geweigerd; dat het bestreden besluit mitsdien moet worden gehandhaafd; gelezen het advies van de Commissie van advies inzake beroep schriften ingevolge de Bouwverordening van 1 3 november 1979( tijla-S© nr. 506 en het advies van de Hogere Schoonheidscommissie van 24 gelet op de Woningwet; BESLUIT: het beroep ongegrond te verklaren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 558