I m wil i Wijzigen Parkeer- en parkeergeldverordening 1978. Bijlage nr. 508 Leeuwarden, 14 november 1979' Aan de Gemeenteraad. Bij besluit van 26 juni 1978 nr. 8838 b hebt U de Parkeer- en par keergeldverordening 1978 vastgesteld. In deze verordening is onder meer het belanghebbenden-parkeren geregeld en wel in die zin dat de uitgifte van parkeervergunningen en parkeerabonnementen mogelijk wordt gemaakt. Voor wat betreft de parkeervergunningen is bepaald, dat op een bij de verordening behorende zönekaart C met een gele kleur het gebied is aan gegeven waar de aanvragers voor een vergunning dienen te wonen, respectie velijk een bedrijf of beroep dienen uit te oefenen, om voor een vergunning in aanmerking te komen. Dit gebied is de binnenstad met uitzondering van het centrum daarvan. Het motief om juist dit gebied aan te wijzen was, dat in het centrum nagenoeg geen vergunningsplaatsen konden worden ge maakt en dat de aanvragers uit dat gebied slechts zouden kunnen worden geholpen met een abonnement geldig voor een van de daarvoor aangewezen terreinen. Deze terreinen zijn met een roze kleur aangegeven op de even eens bij de verordening behorende zönekaart D. Dit zijn terreinen die, gelet op de ter plaatse maximaal toegestane parkeerduur, voor kort- en middellangparkeerders bestemd zijn. Het totale aantal parkeervergunningen en parkeerabonnementen dat op basis van de destijds vastgestelde zönekaarten C en D verleend kon wor den, zou blijkens de uitslag van een vorig jaar onder de bewoners en bedrijven in de binnenstad gehouden enquête voldoende zijn om de te ver wachten aanvragen te honoreren. Nadat de belanghebbenden onlangs in de gelegenheid zijn gesteld aanvraagformulieren voor het verkrijgen van een parkeervergunning of parkeerabornement in te dienen, is gebleken, dat dit aantal aanvragen ongeveer twee maal zo groot is als op grond van de en quête mocht worden verwacht. Er zijn momenteel 700 aanvragen ingediend. Wij hebben ons er over beraden of het niet gewenst is op korte ter mijn maatregelen te nemen waardoor meer aanvragen gehonoreerd kunnen wor den dan thans mogelijk is. Wij zijn hierbij tot de conclusie gekomen, dat het verantwoord is de mogelijkheden voor het verkrijgen van een par keervergunning of parkeerabonnement te verruimen. Wij stellen U thans voor genoemde verordening in die zin te verande ren, dat de bijbehorende zönekaarten C en D worden gewijzigd. De wijzi ging van zönekaart C houdt in dat nu de bewoners en bedrijven in de ge hele binnenstad inclusief het stationskwartier een aanvraag om een parkeer vergunning kunnen indienen. Een en ander wil overigens niet zeggen, dat in het centrumgebied zelf ook vergunningsplaatsen zullen worden toegewezen. Het beleid dat in deze wordt gevoerd is, dat vergunningsplaatsen in het algemeen niet moeten worden toegewezen voor die weggedeelten waar het nor male gemotoriseerde verkeer ook mag komen. De kans op overtredingen in die zin, dat dan op deze plaatsen wordt geparkeerd door hen die daartoe niet zijn gerechtigd, is daardoor minder groot, De verwachting is dan ook, dat het aantal in het centrumgebied te verlenen vergunningsplaatsen ten opzichte van wat in de huidige situatie mogelijk is, nauwelijks zal toe nemen. Wel zullen de aanvragers in het centrumgebied op iets verdere af stand een vergunningsplaats kunnen krijgen. Het bezwaar van de loopaf stand is blijkens de reactie van een deel van de aanvragers niet onover komelijk. Het vorenstaande houdt tevens in, dat de voorgestelde verruiming niet ten koste gaat van de parkeercapaciteit ten behoeve van de kort en middellang parkeerders, omdat de straten waar vergunningsplaatsen wor den toegewezen voor hen toch niet toegankelijk zijn. 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 560