Verzoek om beschikbaarstelling van grond ten behoeve van de vestiging van kantoor- en bedrijfsbebouwing met bijbehorende terreinen voor het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Friesland (P.E.B.) in het bedrij- ven-gebied gelegen in Camminghaburen-Zuid. Bijlage no. 40 Leeuwarden, 17 januari 1980. Aan de Gemeenteraad. De ruimte in de huidige kantoor- en bedrijfsgebouwen van het P.E.B. aan de Emmakade en de Kanaalweg is zowel in kwalitatief als in kwantita tief opzicht onvoldoende. Om die reden hebben Gedeputeerde Staten besloten dat tot nieuwbouw voor het P.E.B. moet worden overgegaan. Hierbij wordt opgemerkt dat de electriciteitscentrale buiten deze plannen valt. Voor de nieuwbouw hebben Gedeputeerde Staten diverse alternatieve locaties onderzocht. Genoemd kunnen worden terreinen in Hemrik, Wylaarder- buren en Camminghaburen-Zuid. Omdat Gedeputeerde Staten van oordeel zijn_ dat de locatie Camminghaburen- Zuid het meest voldoet aan 'de te stellen eisen hebben zij ons college be naderd om na te gaan aan welke stedebouwkundige voorschriften moet worden voldaan en welke grondprijs het benodigde terrein moet opbrengen. Wij hebben terzake een nota aan de Commissie voor de Ruimtelijke Or dening en het Grondbedrijf uitgebracht. In die nota, naar de inhoud waarvan wij verwijzen, komen wij tot de conclusie dat, mits aan de in de nota opgenomen Randvoorwaarden en Richt lijnen wordt voldaan, het stedebouwkundig verantwoord is medewerking te verlenen aan een vestiging van het P.E.B. in Camminghaburen-Zuid. In deze nota wordt voorts een grondprijs van 125,VeT m2 (excl. B.T.W.) voor gesteld. De betreffende commissie-verslagen liggen voor IJ ter inzage. De directie van het P.E.B. heeft ons bij brief van 28 december 1979 verzocht mee te delen of wij bereid zijn de procedure voor de verlening van een bouwvergunning op gang te brengen. Voorts verzocht het P.E.B. een grondaanbieding te doen voor het betreffende bouwterrein, groot cir ca 4> 5 ha. In hun brief van 4 januari 1980, delen Gedeputeerde Staten (ter aan vulling op de brief van het P.E.B.) mede, dat hun college heeft besloten Provinciale Staten voor te stellen Camminghaburen-Zuid als bouwlocatie te kiezen voor de P.E.B.-nieuwbouw; aangezien dit voorstel in de Statenver gadering van 31 januari a.s. aan. de orde zal worden gesteld wordt verzocht vóèr die datum het gemeentelijk standpunt in deze kwestie mede te delen. Gelet op het verhandelde in de betreffende commissie-vergadering en op het feit, dat voor wat betreft de toegelaten bouwhoogten in zekere mate wordt afgeweken van de voorschriften van het globale bestemmingsplan "Cam- minghaburen" achten wij het juist dat de hiervoor bedoelde verzoeken in de Gemeenteraad aan de orde worden gesteld. In verband hiermede merken wij het volgende op. Wij zijn ons er van bewust, dat bij het opstellen van het globale bestemmingsplan niet is gedacht aan een vestiging als het P.E.B. thans voorstaat. Noch de toelichting noch de voorschriften van het bestemmings plan verzetten zich evenwel tegen een P.E.B.-vestiging. In de toelichting is vermeld dat een selectief vestigingsbeleid noodzakelijk is om te voor komen dat de bedrijfsterreinen hinder voor de woonbebouwing opleveren (bladzijde 44) en dat een zachte overgang moet worden nagestreefd tussen woongebied en bedrijven (bladzijde 72).

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 117