Vaststellen van het bestemmingsplan "Tweede wijziging van het bestemmings plan voor het Buitengebied (Zuidtangent)". Bijlage nr. 118. Leeuwarden, 28 februari 1980. Aan de Gemeenteraad. In Uw vergadering van 27 november 1978 hebt U overeenkomstig ons voor stel van 16 november 1978 (bijlade no. 443) het tracé van de zuidtangent eerste fase vastgesteld. Als gevolg daarvan moet een aantal bestemmingsplan nen worden gewijzigd, o.m. het bestemmingsplan voor het Buitengebied. Ten behoeve van de herziening van dit bestemmingsplan hebt U eveneens op 27 november 1978 een voorbereidingsbesluit genomen voor een tweetal gebieden ten zuiden van het Van Harinxmakanaaln.l. respectievelijk ten westen van R jksweg N32 (Overijsselsestraatweg) en tussen de spoorlijn Leeuwarden- Zwolle en de grens met de gemeente Menaldumadeel Inmiddels is voor laatstgenoemd gebied een herzieningsplan gereed ge komen en in procedure gebracht. Het gedeelte van de zuidtangent tussen de spoorlijn Leeuwarden-Zwolle en Rijksweg N32 is deels in overeenstemming met het bestemmingsplan voor het Buitengebied, terwijl de studie over de aansluiting op genoemde rijksweg nog niet is afgerond. Te zijner tijd zul len wij U ook voor dit onderdeel van de zuidtangent een herziening van dit bestemmingsplan aanbieden. Overigens verwijzen wij U kortheidshalve naar de toelichting op het plan. Het ontwerp-plan heeft met ingang van 26 november 1979 gedurende een maand voor een ieder ter inzage gelegen. Tegen het ontwerp-plan is een bezwaarschrift ingediend door de Rijks waterstaat directie Friesland. Het bezwaarschrift is tijdig ingediend, zo dat reclamant in zijn bezwaarschrift kan worden ontvangen. Reclamant wijst erop, dat het Structuurschema Verkeer en Vervoer 1977 -dat op blz. 3 van de toelichting wordt aangehaald om de beleidsvisie van het rijk ten aanzien van het wegenbeloop rond Leeuwarden weer te geven- inmiddels is verouderd en dat meer recente gegevens kunnen worden ontleend aan deel d (Regeringsbeslissing) van dit structuurschema. Wij merken ten aanzien hiervan op, dat ten tijde van het opstellen van dit herzieningsplan deel d van het structuurschema nog niet was ver schenen. Inhoudelijk bestaat er echter geen verschil met hetgeen in de toelichting is vermeld. Reclamant wijst voortsterecht op het feit, dat in de toelichting en kele rijkswegen nog met inmiddels verouderde aanduidingen zijn aangegeven. Wij zullen de toelichting op dit punt aanpassen. Reclamant merkt verder op, dat niet duidelijk is of met "hoofdwegen net" op blz. 5 van de toelichting het landelijk hoofdwegennet wordt be doeld en zo ja, dat dit dan niet strookt met de inmiddels bekend geworden regeringsbeslissing op dit punt. Op grond van deze beslissing moet n.l. nog worden nagegaan of de stedelijke westelijke en zuidelijke randweg van Leeuwarden passen in een doorgaande hoofdverbinding. Wij merken ten aanzien hiervan op, dat in de toelichting op het plan inderdaad het landelijk hoofdwegennet wordt bedoeld. Wij zijn met reclamant van mening, dat deze studie nog moet worden verricht. De opmerking op blz.5 van de toelichting sluit een dergelijke studie echter niet uit. De laatste opmerking van de Rijkswaterstaat t.a.v. de juiste tracering op de plankaart is als gevolg van nader overleg met reclamant achterhaald. De tracering is namelijk wel juist. Enerzijds zal in de toelichting de aanduiding van enkele rijkswegen worden aangepast, anderzijds zal het bezwaar t.a.v. het tracé ongegrond moeten worden verklaard.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 151