Het aantal te saneren woningen bedraagt hier 28, hetgeen op het totale aantal iets meer dan 3% is. De verschillen zijn het duidelijkst aanwezig in het deelgebied "Driehoek I en II" waar de projectgroep komt tot het saneren van 29 woningen en de buurt tot 12. Bij het bepalen van ons standpunt hebben wij ons primair laten leiden door de te hanteren uitgangspunten voor de stadsvernieuwing in z'n algemeen heid en voor het onderdeel parkeren in het bijzonder. Stadsvernieuwing in z'n algemeenheid heeft tot doel de betreffende wijken integraal aan tepakken en blijvend geschikt te maken en te houden voor minimaal 25 jaar. Dit dient op een zodanige wijze plaats te vinden dat knelpunte: ook structureel opgelost worden, waarbij in principe de bebouwde omgeving eveneens ter discussie gesteld wordt. Indien éénmaal, zoals in het onderhavigs geval, gekozen is voor handhaving en herstel van de aanwezige woningen, dienen de hiermee conflicterende functies zodanig ingepast te worden dat het gebruik van de te handhaven woningen optimaal kan plaatsvinden. Dit kan met zich meebrengen dat een relatief gering deel moet wijken om het overgrote restant die noodzakelijke gebruiksmogelijkheden op langere termijn te geven. Vanuit deze achtergrond onderschrijven we het uitgangspunt dat de parkeervoor ziening op redelijke afstand van de gebruikers gesitueerd moeten worden. Dat dit als consequentie heeft, dat een aantal woningen wordt gesaneerd, is aanvaardbaar vanuit bovenstaand standpunt. Wij achten het plaatsen van de parkeervoorziening op een langere afstand dan 50 a 60 meter - eventueel 100 meter - dan ook geen afdoend antwoord op het gesignaleerde knelpunt. De ervaring toont naar ons oordeel genoegzaam aan, dat de wens om de eigen auto op redelijke afstand van de woning te parkeren zeer sterk is. Gevreesd moet dan ook worden, dat de auto in de toekomst weer teveel het straatbeeld gaat beheersen en daardoor de woonomgeving aantast die met veel moeite en hoge kosten is gerealiseerd, indien de benodigde parkeerruimte te ver van het einddoel is gelegen. Gelet op dit alles zijn wij van oordeel dat de voorstellen van de pro jectgroep een betere evenwichtige spreiding geeft, die aan het bovenstaande tegemoet komt. Wij stellen U dan ook voor met die oplossing in te stemmen. Beschikbare ruimte voor de herinrichting. Een ander meningsverschil betreft de vraag welke ruimte beschikbaar is voor het herinrichten van de woonomgeving. De projectgroep gaat er hierbij vanuit dat alleen in uiterste noodzaak particuliere tuinen (niet openbare gronden) mogen worden aangewend voor de straatverbetering. De contactgroep daarentegen staat een herinrichting van gevel tot gevel voor. Voor de gehanteerde argu menten over en weer zij kortheidshalve verwezen naar de betreffende rapporten In ons voorstel inzake de verbetering van de woonomgeving van "Blok Paars" in Oldegalileën, d.d. 16 november 1978, bijlage nr. 444, is dit punt indirect aan de orde gesteld. Wij hebben daarbij het standpunt ingenomen dat stadsvernieuwing een gezamenlijk verantwoordelijkheid en inspanning is van de overheid en particulieren. Voorzieningen die in de particuliere sfeer liggen behoren daar over het algemeen ook te blijven en niet overgeheveld te worden naar de publieke sec tor Het feit dat bij een herinrichting van gevel tot gevel meer mogelijkheden ontstaan voor het parkeren en het aanbrengen van speel- en groenvoorzieningen in de straat zelf, doet hieraan naar ons oordeel niets af. Daarenboven zal een herinrichting buiten het openbare domein ontegenzegge- ijk financiële consequenties hebben, die tot uitdrukking komen in de aankoop- in aanlegkosten. Aangezien zeer zeker de I.SR.-plannen getoetst zullen 'orden aan sober- en doelmatigheid, moet gevreesd worden dat die norm wordt overschreden. Dit nog afgezien van het feit dat de uitvoering vertraagd wordt ils gevolg van de te voeren onderhandelingen met de verschillende individuele igenaren. Tenslotte achten wij een eenduidig beleid op dit punt gewenst. Cambuur- terpad staat namelijk niet op zich, maar vormt een onderdeel van het totale tadsvernieuwings-gebeuren dat de komende jaren onze voortdurende aandacht en org noodzakelijk maakt. Ongewenste precedentwerking dient dan ook voorkomen e worden. Afwijkingen van bovenstaand uitgangspunt zullen van geval tot eval beoordeeld dienen te worden binnen het raam van de zich dan voordoende ogelijkheden. Gelet op het bovenstaande en onder de mededeling dat de Commissie voor e Ruimtelijke Ordening is gehoord, geven wij U in overweging te besluiten vereenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J.S. Brandsma Burgemeester W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 208