Subsidiëring Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Leeuwarden. Bi lage nr. 154-Leeuwarden, 20 maart 1980. Aan de Gemeenteraad. Het bestuur van de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Leeuwarden heeft ons verzocht om extra financiële steun teneinde op die wijze de exploitatie van de Stichting sluitend te kunnen maken. De Stichting verzoekt om een extra sub sidie van 4-7.500,--, zijnde het verschil tussen het subsidie in de apparaats kosten bij een personeelsbestand van 15,5 funktieplaatsen en het subsidie in de apparaatskosten op grond van het huidige personeelsbestand. Het tekort op de exploitatiebegroting dat bij deze Stichting bestaat, wordt voor een deel veroorzaakt door de ontoereikendheid van de afkoopsom voor appa raatskosten die rijk en gemeente verstrekken. Deze afkoopsom was oorspronkelijk gebaseerd op een formatie van 12,5 funktieplaatsen. Door invoering van de vaka ture-stop voor het algemeen maatschappelijk werk in 1974- is de werkelijke forma- ti van de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening in Leeuwarden teruggelopen tot 10,4- funktieplaatsen. Aangezien de apparaatskosten voor het grootste gedeel te bestaan uit vaste kosten die ongeacht het personeelsbestand moeten worden ge ms ikt, heeft het teruglopen van het personeelsbestand nagenoeg geen verlaging van de apparaatskosten tot gevolg, terwijl de afkoopsom voor apparaatskosten van ri jk en gemeente aanzienlijk is verlaagd (nl. met 8.000,-- per funktieplaats) Ir eerste instantie waren wij van mening, dat niet op het onderhavige verzoek mc st worden ingegaan, analoog aan het gevoerde rijksbeleid; pas nadat de rijks- bi drageregeling voor maatschappelijke dienstverlening van kracht zal zijn en het be Leid terzake geheel een gemeentelijke aangelegenheid is geworden, zou een nade re beoordeling en afweging op gemeentelijk niveau moeten plaatsvinden. Naar aan leiding van vragen en opmerkingen van leden van Uw Raad bij de behandeling van het beleidsplan 1980-1984- hebben wij ons opnieuw beraden. Bi.deze heroverweging heeft bij ons voorop gestaan dat het adequaat funktioneren van de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening niet als gevolg van de door het ri }k ingestelde vakature-stop in gevaar mag worden gebracht. Het is duidelijk dat de dienstverlening door de Stichting met het huidige aantal funktieplaatsen van 10,4- minder optimaal kan zijn dan met het oorspronkelijke aantal van 12,5 het ge val was. Wanneer het echter daarnaast noodzakelijk zou zijn op de apparaatskosten te bezuinigen teneinde het ontstane exploitatietekort weg te werken, dan zou ook een optimaal funktioneren van de nu aanwezige funktionarissen in het gedrang ko men hetgeen zijn weerslag zou hebben op de kwaliteit van de geboden dienstverle ning. Temeer daar onze gemeente, indien door C.R.M. geen vakature-stop zou zijn afgekondigd, zonder meer in navolging van het rijk de apparaatskosten, gekoppeld aan het subsidiabele personeelsbestand zou hebben gesubsidieerd, achten wij het redelijk een extra subsidie in deze kosten te verstrekken. Voor de berekening daarvan zal dan naar onze mening als uitgangspunt moeten worden genomen het ver se il tussen de oorspronkelijke subsidiabele personeelsformatie en de werkelijke pe soneelsformatie (in 1979 resp. 12,5 en 10,4- funktieplaatsen), aangezien dit de werkelijke daling van het subsidie in de apparaatskosten betreft. De Stichting gaat uit van een oorspronkelijke formatie van 15,5 funktieplaatsen, maar heeft - ondanks de bereidwilligheid van de gemeente om uitbreiding tot 15,5 funktie- pi latsen in principe mee te willen subsidiëren - nooit daadwerkelijk de beschik king gehad over meer dan de genoemde 12,5 funktieplaatsen en het daarop geba seerde subsidie in de apparaatskosten. Op grond van bovenstaande overwegingen stellen wij U voor aan de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening gedurende de jaren 1979 en 1980 jaarlijks een extra subsidie in de apparaatskosten te verlenen gelijk aan het verschil tussen hei; normsubsidie van rijk en gemeente in de apparaatskosten van 12,5 funktie plaatsen en het werkelijk subsidie in de apparaatskosten op basis van het in dat jaar aanwezige personeelsbestand. - 2 - af te wijzen. Aldus vstgesteld in de openbare verga dering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 220