- 2 - Na ampele overwegingen hebben wij de route zodanig gewijzigd, dat deze zal leiden vanaf het Europaplein door de Leeuwerikstraat, linksaf de Mr.P.J. Troelstraweg op, het Valeriusplein en de Valeriusstraat en vervolgens de hierboven vermelde nieuwe route. Het kruispunt Leeuwerikstraat - Mr. P.J. Troelstraweg zal binnenkort worden voorzien van een verkeerslichteninstallatie, zodat dan het invoegen op de Mr.P.J. Troelstraweg voor de bussen geen of althans veel minder problemen zal opleveren, terwijl eventueel op invoegenwachtende bussen het overige verkeer op dit punt niet zullen belemmeren. De rijtijd van deze route is gelijk aan de route via de Bachstraat en de AverkampstraatDe Pram N. r. kan zich dan ook geheel met deze nieuwe route verenigen. Bovendien heeft de nieuwe route het voordeel, dat de halte van de stadsdienst bij het Bonifatius Hospitaal kan worden gehandhaafd. Tenslotte wordt met deze routewijziging voorkomen, dat op de hoofdrijbaan van de Yalerius straat, waar zich reeds drie halteplaatsen aan de westzijde bevinden ook aan de oostzijde nog een aantal halteplaatsen moet worden aangebracht, waartegen zowel uit verkeerstechnisch oogpunt als om redenen van veilig heid op dit drukke weggedeelte ernstige bezwaren bestaan. Wij stellen U voor adressanten overeenkomstig het vorenstaande te berichten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma W.J.G. Reumer Burgemeester, Secretaris Preadvies met betrekking tot de brief van Bouma B.V. te Leeuwarden, inzake de bouw van een magazijn annex showroom aan de Tijnjedijk, alhier. Bijlage no. 157- Leeuwarden, 20 maart 1980. Aan de Gemeenteraad. Op 7 januari j.l. hebt IJ om preadvies in onze handen gesteld de brief van 17 december 1979 van Bouma B.V. Bleeklaan 66, alhier. Bouma B.Y. uit in genoemde brief kritiek op de weigering van ons college om medewerking te verlenen aan de vestiging van een showroom annex verkoopruimte) in een deel van haar magazijn aan de Tijnjedijk, alhier. In het voorjaar van 1978 heeft Bouma B.V. een plan ingediend voor ie bouw van een magazijn op een daartoe van de gemeente gekocht terrein i,an de Tijnjedijk. Het bouwplan is in eerste instantie door de Welstandsadviescommissie afgekeurd. Na overleg met de wethouder van Ruimtelijke Ordening heeft ie heer Bouma de naar de weg toe gekeerde wand van het magazijn verfraaid ioor het aanbrengen van een glazen pui in het middengedeelte. Desgevraagd heeft genoemde wethouder toen aan hem meegedeeld, dat hij ;r geen bezwaar tegen had, dat in de bouwaanvrage en de daaraan verbonden procedure het inrichten van een deel van het magazijn tot showroom zou /orden meegenomen. De. daarna ingediende bouwaanvraag omvatte het verzoek om vergunning ■'■oor het bouwen van een magazijn annex showroom. De bij de bouwaanvraag lehorende tekening bevatte echter geen voorzieningen ten behoeve van het howroomgedeelte De bouwvergunning diende te worden verleend met toepassing van e zogenaamde anticipatieprocedure, waarbij onder meer een verklaring an geen bezwaar van Gedeputeerde Staten vereist is. Gedeputeerde Staten leken slechts bereid deze verklaring af te geven voorzover betreft de ouw van het magazijn. Genoemd college was, met betrekking tot de ventuele inrichting tot showroom (annex verkoopruimte) van een deel van et magazijn, van oordeel, dat er sprake is van de uitoefening van i'etailhandel. Conform de voorschriften van het in voorbereiding zijnde estemmingsplan Wielenpolle, mogen ter plaatse geen bouwwerken voor etailhandel worden opgericht. Yan dit verbod kan ons college - conform genoemde voorschriften - vrijstelling verlenen, mits hierover advies ^ordt ingewonnen van de Rijksconsulent voor Handel, Ambacht en Diensten an van de Kamer van Koophandel of indien aan de hand van een distri- utieplanologisch onderzoek is aangetoond, dat het verlenen van deze vrijstelling verantwoord is. Gedeputeerde Staten waren bereid een nieuw verzoek om een verklaring van geen bezwaar ten behoeve van meergenoemde inrichting van een deel van het magazijn opnieuw te overwegen, mits aan de hiervoor genoemde ormele vereisten was voldaan en deze bij het verzoek werden overgelegd. Gedeputeerde Staten hebben Bouma B.Y.aan de hand van een afschrift van een aan ons college toegezonden brief, over het vorenstaande inge licht. Ons college heeft daarna op 4 juli 1978 aan Bouma B.V. vergunning verleend voor het bouwen van een magazijn. Eén der voorwaarden van de 1ouwvergunning luidde, dat geen bouwkundige voorzieningen mochten worden getroffen ten behoeve van een toonzaal. Genoemd magazijn is vervolgens gebouwd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 229