Vaststellen aantal wekelijkse lesuren vakonderwijs openbare en bijzondere scholen voor buitengewoon onderwijs voor 1980. Bijlage no. 60. Leeuwarden, 7 februari 1980. Aan de gemeenteraad. Ingevolge artikel 193» eerste lid van het Besluit buitengewoon onderwijs 19^7 bepaalt de raad van de gemeente, die ten behoeve van één of meer openbare scholen en afdelingen vakonderwijzers heeft aangesteld, véér 1 maart van elk jaar voor elke daarvoor in aanmerking komende soort van scholen en afdelingen het aantal wekelijkse lesuren, gedurende hetwelk vakonderwijs zal worden gegeven. Dit aantal wordt berekend door deling van het totaal aantal per week te geven uren vakonderwijs door het aantal verplichte leerkrachten aan die scholen en afdelingen. Bij het openbaar onderwijs wordt vakonderwijs gegeven aan de A. Arendstuinschool voor moeilijk lerende kinderen: kernafdeling 8 klokuren per week gedeeld door 6 verplichte leer krachten is 1,5 wekelijks lesuur per leerkracht; afdeling voor zeer moeilijk lerende kinderen, 3 klokuren per week gedeeld door 3 verplichte leerkrachten is 1 wekelijks lesuur per leerkracht B. School voor voortgezet buitengewoon onderwijs aan moeilijk lerende kinderen: 42,5 klokuren per week, gedeeld door 5 verplichte leerkrachten is 8,5 wekelijks lesuur per leerkracht; C. Professor Grewelschool voor kinderen met leer- en opvoedingsmoei lijkheden: kernafdeling 7ig" klokuren per week, gedeeld door verplichte leer krachten is 1,25 wekelijks lesuur per leerkracht; afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs 27^ klokuren per week, gedeeld door 6 verplichte leerkrachten is 4?6 wekelijkse lesuren per leerkracht. De besturen van de gelijksoortige bijzondere scholen en afdelingen kunnen voor 1980 voor de beloning van hun vakleerkrachten aanspraak maken op een vergoeding uit de gemeentekas, welke wordt bepaald met inachtneming van bovenbedoelde aantallen wekelijkse lesuren, het aantal verplichte leerkrachten aan hun. scholen en een beloning volgens de rijksregeling. De besturen van de daarvoor in aanmerking komende bijzondere scholen voor buitengewoon onderwijs hebben gebruik gemaakt van de hun bij artikel 193» 7e lid van genoemd Besluit geboden gelegenheid op vorenbedoelde vergoeding bij ons een voorschot aan te vragen. Deze voorschotten worden op overeenkomstige wijze berekend als de definitieve vergoeding, terwijl na afloop van het kalenderjaar de afrekening met de schoolbesturen plaats vindt onder overlegging van de nodige bewijsstukken. Aangezien in onze gemeente geen openbare school voor schippers kinderen bestaat, kan voor de bijzondere school van deze soort geen ver gelijkingsmaatstaf worden gehanteerd. Op grond van het bepaalde in artikel 193» 5e lid van genoemd Besluit, vergoedt het gemeentebestuur in die gevallen de kosten van het vakonderwijs, voorzover deze kosten nood zakelijk zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 25